Maximale filmopnameduur
De afzonderlijke filmbestanden kunnen niet groter dan 4 GB of langer dan 29 minuten zijn,
ook al is er voldoende ruimte op de geheugenkaart.
De resterende opnameduur voor een enkele film wordt weergegeven op het
opnamescherm.
Als de cameratemperatuur te hoog wordt, kan de filmopname worden beëindigd
voordat de grenswaarden zijn bereikt.
De daadwerkelijke resterende opnameduur kan variëren afhankelijk van de filminhoud,
beweging van het onderwerp of type geheugenkaart.
Voor het opnemen van films wordt een geheugenkaart aanbevolen met een
SD-snelheidsklasse van 6 of hoger (A83). Als een geheugenkaart met een lagere
snelheidsklasse wordt gebruikt, kan de filmopname plotseling worden onderbroken.
B
Cameratemperatuur
Het is mogelijk dat de camera heet wordt tijdens het opnemen van films gedurende een langere
tijd resp. bij gebruik van de camera in een warme omgeving.
Als de temperatuur in de camera extreem hoog wordt tijdens het opnemen van een film, kan de
opname automatisch stoppen.
Nadat de camera de opname heeft gestopt, wordt de camera automatisch uitgezet.
Laat de camera uitgeschakeld totdat de binnenkant van de camera is afgekoeld.
Opmerkingen over films opnemen
B
Opmerkingen over het opslaan van foto's of films
Het bericht Wacht tot de camera klaar is met opnemen. wordt weergegeven tijdens het
opslaan van foto's of films. Open het deksel van de geheugenkaartsleuf/aansluitingen niet
en verwijder de geheugenkaart niet onder water. Gebeurt dit wel, dan kunnen gegevens
verloren gaan, of de camera of geheugenkaart beschadigd raken.
B
Opmerkingen over opgenomen films
De volgende zaken kunnen tijdens het opnemen van films op het scherm zichtbaar zijn. Deze
zaken worden in de opgenomen films opgeslagen.
- Er kunnen strepen optreden in opnamen die in de buurt van tl-lampen, kwikdamplampen of
natriumlampen zijn gemaakt.
- Onderwerpen die snel van de ene naar de andere zijde van het beeld bewegen, zoals een
bewegende trein of auto, kunnen vervormd lijken.
- De hele film kan vervormd lijken als de camera bewogen wordt.
- Verlichting of andere heldere delen kunnen restbeelden achterlaten wanneer de camera
bewogen wordt.
Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp kunnen bij onderwerpen met herhalende patronen
(stoffen, vensters met kleine ruiten, etc.) gekleurde strepen verschijnen bij de opname en
weergave van de film. Dit gebeurt wanneer het patroon in het onderwerp en de lay-out van de
beeldsensor onderling voor interferentie zorgen; dit is geen storing.
Films
Basisbewerkingen bij het opnemen en weergeven van films
29