2
Houd de camera stil en
kadreer de foto.
Houd vingers en andere voorwerpen
uit de buurt van de objectieven, de
LED-lamp, de microfoon en de
luidspreker.
3
Druk de ontspanknop in om een foto te maken.
De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het
beeld.
In de filmstand begint de camera met opnemen. Om de opname
te stoppen drukt u nogmaals op de ontspanknop.
B
Opmerkingen over het opslaan van foto's of films
Het bericht Wacht tot de camera klaar is met opnemen. wordt weergegeven tijdens het
opslaan van foto's of films. Open het deksel van de geheugenkaartsleuf/aansluitingen niet
en verwijder de geheugenkaart niet onder water. Gebeurt dit wel, dan kunnen gegevens
verloren gaan, of de camera of geheugenkaart beschadigd raken.
C
Aanraakopname
Wanneer Camera-instell. M Aanraakopname in het z setup-menu
(A32) is ingesteld op Aan, ontspant u de sluiter ook door op het
opnamescherm te tikken.
Wanneer Aanraakopname is ingesteld op Uit (standaardinstelling), zet u
de helderheid (belichting) vast door op het opnamescherm te tikken.
C
Aantal beelden dat kan worden opgeslagen
Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen, kan tijdens het fotograferen op het scherm
worden gecontroleerd (A20).
Neem in acht dat vanwege de JPEG-compressie het aantal beelden dat kan worden opgeslagen
afhankelijk van de beeldinhoud aanzienlijk kan verschillen, zelfs bij gebruik van geheugenkaarten
met dezelfde capaciteit en dezelfde beeldverhouding. Daarnaast is het aantal beelden dat kan
worden opgeslagen afhankelijk van het merk geheugenkaart.
Basisstappen voor fotograferen en weergeven
Beelden opnemen
21
500