5.4
Voorafgaande controles
5.4.1
Controle inhoud
Nadat de verpakking verwijderd werd, moet de in-
tegriteit van de inhoud gecontroleerd worden.
In geval van twijfels mag de brander niet gebruikt
VOORZICHTIG
worden, en moet de leverancier gecontacteerd
worden.
De onderdelen van de verpakking (kartonnen do-
zen, nietjes, plastic zakjes, enz.) mogen niet zo-
maar
achtergelaten
potentiële gevaar- en vervuilingsbronnen zijn; za-
mel deze delen in en overhandig deze aan de
daarvoor bestemde instellingen.
5.4.2
Controle kenmerken brander
Controleer de identificatieplaat van de brander (Afb. 6), die het
volgende bevat:
A
het model van brander;
B
het type van brander;
C
het bouwjaar (gecryptografeerd);
D
het serienummer;
E
de gegevens van de elektrische voeding en de bescher-
mingsgraad;
F
het geabsorbeerde elektrische vermogen;
G
de gegevens van de mogelijke minimum em maximum ver-
mogens van de brander (raadpleeg Werkingsveld).
Aandacht. Het vermogen van de brander moet binnen het
werkingsveld van de ketel liggen.
5.5
Werkingspositie
De brander is uitsluitend voorzien voor de
werking in de volgende posities 1, 2, 3 en 4
(Afb. 7).
Het beste kan hij in de positie 1 geïnstalleerd
OPGELET
worden omdat alleen in deze positie het
onderhoud uitgevoerd kan worden zoals in
deze handleiding beschreven wordt.
De installaties 2, 3 en 4 staan de werking toe,
maar maken de onderhouds- en inspectie-
handelingen van de branderkop minder toe-
gankelijk.
1
20065196
Installatie
worden
omdat
deze
2
3
13
Als het plaatje van de brander geschonden of ver-
wijderd wordt of ontbreekt of op een andere wijze
niet in orde is, kan de brander niet met zekerheid
geïdentificeerd worden en wordt elke installatie-
OPGELET
en onderhoudswerkzaamheid moeilijk.
De afbeelding van de plaat (Afb. 6) is slechts indi-
catief. Sommige gegevens zouden zich in een an-
dere positie kunnen bevinden.
OPGELET
20065195
Alle andere posities zijn niet goed voor een
goede werking.
Positie 5 is om veiligheidsredenen verboden.
GEVAAR
4
NL
Afb. 6
5
Afb. 7
20146113