Als u een headset met een functieschakelaar gebruikt, druk dan niet op die schakelaar terwijl u de headset
gebruikt. Doet u dat wel, dan wordt de microfoon van de headset uitgeschakeld en wordt in plaats daarvan
de interne microfoon ingeschakeld.
Opmerking: Op de audio-aansluiting kan geen conventionele microfoon worden aangesloten. Meer
informatie vindt u in 'De audiovoorzieningen gebruiken' op pagina 39.
5
Geheugenkaartlezer
Uw computer is uitgerust met een sleuf voor een geheugenkaartlezer. Steek een Flash Media-kaart in deze
sleuf om de gegevens op de kaart te lezen. Zie voor meer informatie over de ondersteunde kaarten 'Een
flash media-kaart of een smartcard gebruiken' op pagina 41.
6
Ethernetpoort
Via de ethernetpoort kunt u de computer aansluiten op een LAN (local area network).
GEVAAR
Om te voorkomen dat u een elektrische schok krijgt, dient u de telefoonkabel niet aan te sluiten op
de ethernetpoort. U kunt op deze aansluiting uitsluitend de Ethernet-kabel aansluiten.
De Ethernet-poort is voorzien van twee netwerkstatuslampjes, die de status van de netwerkaansluiting
aanduiden. Als het groene lampje brandt, is de computer aangesloten op een LAN. Wanneer het gele
lampje knippert, worden er gegevens overgedragen.
Opmerking: Als de computer op een dockingstation is aangesloten, moet u de Ethernet-poort van het
dockingstation gebruiken, niet die op de computer.
7
Sleuf voor smartcardlezer (op bepaalde modellen)
Enkele modellen zijn mogelijk uitgerust met een sleuf voor een smartcardlezer. Over het algemeen
kunnen smartcards worden gebruikt voor verificatie, gegevensopslag en de verwerking van toepassingen.
Smartcards kunnen ook sterke beveiligingsverificatie voor eenmalig aanmelden binnen grote organisaties
bieden. Meer informatie vindt u in 'Een flash media-kaart of een smartcard gebruiken' op pagina 41.
6
Gebruikershandleiding ThinkPad T550 en W550s