3. Open de map DRIVERS. De map bevat verschillende submappen, die zijn genoemd naar de diverse
apparaten die op uw computer zijn geïnstalleerd (bijvoorbeeld AUDIO en VIDEO).
4. Open de map voor het apparaat.
5. Installeer het stuurprogramma opnieuw met een van de volgende methoden:
• Zoek in de map van het apparaat naar een tekstbestand (een bestand met de extensie .txt). Het
tekstbestand bevat instructies voor het opnieuw installeren van het stuurprogramma.
• Als de map van het apparaat een bestand met installatiegegevens bevat (een bestand met de
extensie .inf) kunt u het programma Nieuwe hardware (in het Windows Configuratiescherm) gebruiken
om het stuurprogramma opnieuw te installeren. Niet alle stuurprogramma's kunnen met behulp van
dit programma opnieuw worden geïnstalleerd. Als u in de applet Nieuwe Hardware wordt gevraagd
om het stuurprogramma dat u wilt installeren, klikt u op Diskette en Bladeren. Selecteer vervolgens
het stuurprogrammabestand in de map van het apparaat.
• Zoek in de map van het apparaat naar het uitvoerbaar bestand (een bestand met de extensie .exe).
Dubbelklik op het bestand en volg de aanwijzingen op het scherm.
Attentie: Als u bijgewerkte stuurprogramma's nodig hebt voor uw computer, download die dan niet vanaf de
Windows Update-website. U kunt de stuurprogramma's verkrijgen bij Lenovo. Meer informatie vindt u in
'Stuurprogramma's up-to-date houden' op pagina 96.
Problemen met herstelprocedures oplossen
Als u niet naar het werkgebied van Rescue and Recovery of naar de Windows-omgeving kunt gaan, kunt
u het volgende doen:
• Gebruik een noodherstelmedium om het werkgebied van Rescue and Recovery te starten. Zie
'Noodherstelmedia maken en gebruiken' op pagina 122.
• U kunt een herstelmedium gebruiken als alle andere herstelmethoden zijn mislukt en u het opslagstation
moet herstellen naar de fabrieksinstellingen. Zie 'Herstelmedia maken en gebruiken' op pagina 119.
Opmerking: Als het u niet lukt om met behulp van een noodherstelmedium of een herstelmedium toegang te
krijgen tot het werkgebied van Rescue and Recovery of de Windows-omgeving, is het noodherstelapparaat
(een intern opslagstation, een schijf, een USB-vaste-schijfstation of andere externe apparaten) mogelijk
niet ingesteld als het eerste opstartapparaat in de opstartvolgorde apparaten. Controleer eerst of het
herstelapparaat dat u wilt gebruiken, is ingesteld als eerste opstartapparaat in de opstartvolgorde van het
programma ThinkPad Setup. Raadpleeg voor meer informatie over het tijdelijk of permanent wijzigen van de
opstartvolgorde van apparaten 'Menu Startup' op pagina 89.
Het is belangrijk om zo snel mogelijk een noodherstelmedium en herstelmedia te maken en deze allemaal op
een veilige plaats op te bergen voor toekomstig gebruik.
Overzicht van herstelprocedures voor het Windows
8.1-besturingssysteem
In dit gedeelte vindt u informatie over hersteloplossingen op computers waarop het Windows
8.1-besturingssysteem is geïnstalleerd.
Een herstelinstallatiekopie van Windows wordt vooraf in de herstelpartitie op uw computer geïnstalleerd.
Met de herstelinstallatiekopie van Windows kunt u de computer vernieuwen of terugzetten op de
standaardfabrieksinstellingen.
U kunt herstelmedia als backups of vervanging van de herstelinstallatiekopie van Windows maken. Met de
herstelmedia kunt het probleem op uw computer oplossen ook als u het Windows 8.1-besturingssysteem
niet kunt opstarten. Wij raden u aan dat u in een zo vroeg mogelijk stadium herstelmedia maakt. Meer
informatie vindt u in 'Herstelmedia maken en gebruiken' op pagina 126.
124
Gebruikershandleiding ThinkPad T550 en W550s