8
|
Werking
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
28
a
b
a Koelbedrijf
b Verwarmbedrijf
2 Horizontale uitblaas
De volgende horizontale uitblaasrichtingen kunnen worden ingesteld met de
gebruikersinterface:
Richting
Vaste stand. De binnenunit blaast de
lucht uit in 1 van 5 vaste standen.
Draaien. De binnenunit wisselt af
tussen de 5 standen.
INFORMATIE
Wanneer de unit in een hoek van een kamer is geïnstalleerd, mogen de verticale
kleppen niet naar een muur gericht zijn. De unit zal minder efficiënt werken als de
lucht wordt geblokkeerd door een muur.
Automatische uitblaasregeling
Koelen
▪
Als de kamertemperatuur lager is dan
het instelpunt voor koelen op de
controller
(inclusief
stand).
▪
Als de binnenunits in de continue
stand draaien en de uitblaasrichting
omlaag is.
▪
Als de binnenunits lange tijd ononderbroken draaien en de uitblaasrichting
horizontaal is.
WAARSCHUWING
Raak NOOIT de luchtuitlaat of horizontale/verticale kleppen aan terwijl de draaiklep
in werking is. Uw vingers kunnen geklemd geraken of de unit kan onklaar geraken.
OPMERKING
Gebruik de klep bij voorkeur niet in de horizontale stand. Anders kan er zich vocht of
stof gaan afzetten op het plafond of op de klep.
Verwarmen
▪
Bij het starten.
▪
Als de kamertemperatuur hoger is
automatische
dan het instelpunt voor verwarmen
op
automatische stand).
▪
Bij het ontdooien.
Display
de
controller
(inclusief
VRV-systeemairconditioner
4P747548-1 – 2023.11
FXKQ-A