1.3
Algemeen geldende eisen aan rookgasafvoeren
Algemeen
In het algemeen kan gebruik worden gemaakt van standaard
dak- en muurdoorvoersets. Remeha heeft in het accessoire-
pakket enkele toestelgebonden muurdoorvoeren (type C1), die
met het toestel zijn meegekeurd (zie hiervoor H6. Er zijn met
het toestel ook enkele dakdoorvoeren meegekeurd (type C3),
zie hiervoor H 6. In de situatie C6 (niet toestelgebonden, vrij in
de handel te verkrijgen) moet het afvoermateriaal voldoen aan
Gastec Qa of het KOMO-merk en altijd trekkend zijn.
Materialen (zie ook NPR3378)
Enkelwandig, star: roestvaststaal of dikwandig aluminium.
Flexibel: roestvaststaal of kunststof. Let op: de maximale hoek
waaronder dit materiaal mag worden toegepast is bij voorkeur
30°, maar nooit meer dan 45° t.o.v. een verticaal vlak.
Let op: Houd bij kunststof rookgasafvoermateriaal rekening
met de temperatuurclassificatie T120 en de geldende voor-
schriften waaraan het kunststof rookgasafvoermateriaal mini-
maal moet voldoen.
Constructie
De toe te passen rookgasafvoerleiding dient qua constructie
op naden en verbindingen lucht en waterdicht te worden uitge-
voerd of naadloos. Horizontale gedeelten in de rookgasafvoer
moeten op afschot liggen richting toestel (min. 5 cm per m).
Beugel alle rechte pijpen bij overgangsmoffen, met een maxi-
male beugelafstand van 2m.
Voeringkanalen
Als voeringkanalen worden toegepast, dienen deze vervaar-
digd te worden uit een luchtdichte, dikwandige starre alumi-
nium of roestvaststalen constructie (ook buigbare kunststof
en roestvaststalen voeringpijpen zijn toegestaan). Aluminium
is toegestaan, mits er geen contact is met het bouwkundige
gedeelte van het rookgasafvoerkanaal. Inspectie van het voe-
ringkanaal moet mogelijk zijn.
Luchttoevoermateriaal
Enkelwandig, star of flexibel: aluminium, roestvaststaal of
kunststof. Gebruik hiervoor goedgekeurd materiaal met lip-
penringafdichting en bijv. geen materiaal voor hemelwateraf-
voeren.
Luchttoevoerconstructie
Bij toepassing van de gesloten toesteluitvoering dient ook de
luchttoevoerleiding luchtdicht te worden uitgevoerd. Dit ter
voorkoming van aanzuiging van 'valse' lucht. Het betrekken
van verbrandingslucht in de nabijheid van een buitenlamp
dient i.v.m. het aanzuigen van insecten voorkomen te worden.
9
1
Algemeen