4
Toestel in CLV overdrukmode
Remeha Avanta en Aquanta
1993 (uitpandig) m.u.v. de in de tabel genoemde systeemdi-
ameters.
• De genoemde diameters zijn door Gastec voor de Avanta
berekende minimale uitwendige afmetingen. Wordt gekozen
voor de eerstvolgend grotere standaard diameter van een
CLV leverancier dan is voor gebouwen tot 9 woonlagen
hiertegen geen bezwaar, mits de oppervlakteverhouding
van luchttoevoer en rookgas afvoer gehandhaafd blijft.
Bij hogere gebouwen en bij twijfel verzoeken wij u contact
op te nemen met onze afdeling Sales Support.
• Per verdieping kunnen tot twee toestellen worden aangeslo-
ten. De aansluitingen van deze toestellen kunnen op dezelf-
de hoogte worden aangebracht. De juiste diameter wordt
dan bepaald aan de hand van het totale aantal aangesloten
ketels.
• Tussen de afvoer- en de toevoerbuis bevindt zich aan de
onderzijde van het CLV systeem geen drukvereffeningsope-
ning. Omdat boven een bepaald aantal bouwlagen de trek
in het rookgasafvoersysteem te hoog wordt kan daarvoor in
principe geen overdruk CLV worden toegepast. Raadpleeg
in voorkomende gevallen onze afdeling Sales Support.
Condens
• Het gedeelte voor afvoer van rookgas van het CLV-systeem
dient door middel van een condensatiewaterafvoer en een
sifon in verbinding te staan met het riool.
• De opvanginrichting en de afvoeraansluiting voor het con-
densatiewater dienen bereikbaar te zijn door middel van
een luik in de schachtwand. De afmetingen van het luik die-
nen tenminste 50 x 50 cm te bedragen.
Uitmondingen
• Zie voor uitmondingen de NEN 2757 en de NPR 3378.
• De uitmonding van de rookgasafvoer moet altijd van een
diffusor (= verwijding) worden voorzien.
• Zowel bij een concentrisch als een parallel CLV systeem
dienen, ter voorkoming van drukverschillen tussen de inlaat
van het luchttoevoergedeelte en de uitlaat van de rookgas-
afvoer, beide openingen zich in elkaars nabijheid te bevin-
den. Over het algemeen zijn de uitmondingsconstructies
van de CLV leveranciers op goede werking, ook bij wind-
aanval getest en hebben op basis daarvan het Gastec QA
label ontvangen.
• Bij gebouwen boven 10 woonlagen moet extra aandacht
worden besteed aan windinvloeden. Neem in voorkomende
gevallen contact op met onze afdeling Sales Support.
• Bij het half CLV systeem moet de CLV buis uitmonden
in het vrije uitmondingsgebied. Dit is gebied I in de NPR
3378– 61: 1999, paragraaf 4.1. Voor gebouwen hoger dan
16 m geldt het gestelde in paragraaf 4.4 uit NPR 3378.
• De goede werking van het CLV systeem kan nadelig beïn-
vloed worden door belendende hogere bebouwing.
Raadpleeg voor meer informatie onze afdeling Sales Support.
66