Algemeen
Eisen vanuit het bouwbe-
sluit
Maximale hoek
Montagerichting
Toepassingsgebieden
Schacht (bedoeld voor
meerdere leidingen, zoals
rioolbeluchting, CV-leidin-
gen e.d.)
Ongebruikt ventilatiekanaal : Als het kanaal voldoet aan de brandwerendheidseisen in het Bouwbesluit (bijv. opgebouwd
Aansluitleiding
(leiding tussen toestel en
schachtaansluiting)
3
Toestel in hogedrukmode
: De kunststof flexibele rookgasafvoer is bedoeld als voering van een bestaand rookgasafvoerka-
naal dat zelf niet geschikt is voor condenserende rookgassen.
: NEN 6062 bepaling brandveiligheid
NEN 6068 weerstand tegen brandoverslag en branddoorslag (WBDBO).
NEN 2757 Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rook.
Op de kunststof systemen waaronder flexibel van M&G / Burgerhout zit het KOMO keur
volgens BRL 5102, dit houdt in dat wanneer de installatie plaatsvindt volgens de voor-
schriften behorende bij deze systemen dat dan voldaan wordt aan de eisen van het Bouw-
beluit.
: Condens moet gemakkelijk naar het toestel kunnen terugstromen. De
slang mag maximaal 60° t.o.v. de verticaal gebogen worden. Dit betekent
dat de slang dus nooit horizontaal of bijna horizontaal mag liggen!
: Op de koppelstukken behorende bij de flexibele leiding is een pijl aangebracht, die de richting
van de rookgassen aangeeft. De flexibele leiding zelf is niet gevoelig voor stromingsrichting.
:
: Een schacht is geen rookkanaal en daarom niet geschikt voor
flexibele rookgasafvoerleiding.
uit een metalen, keramisch of onbrandbaar materiaal) is een ventilatiekanaal geschikt voor de
flexibele rookgasafvoerleiding. Ook combinatie met luchttoevoer via het ventilatiekanaal is toege-
staan.
: Afstand tussen toestel en schachtaansluiting is onbegrensd, deze leiding kan bestaan uit drie
uitvoeringen, zie onderstaande figuren. Let wel op dat het minimum afschot naar de ketel toe 5
cm/m bedraagt. Hierdoor wordt zeker gesteld dat condens op de juiste manier afgevoerd wordt
via het toestel.
De aansluitleiding kan bestaan uit de volgende systemen:
•
BM PP concentrisch, direct op de schacht aan gesloten, zie afbeelding
•
Twee pijps BM- RVS met af- en toevoer uit de schacht, zie afbeelding
•
Twee pijps BM-Fix (aluminium) met toevoer uit de gevel, zie afbeelding
Opm.: beide luchtaanzuigconfi guraties (uit gevel en uit schacht) zijn mogelijk voor
BM-RVS en BM-Fix, bij BM-Fix moet de condensopvanger altijd volgens fi guur in
par. 4.4 zijn geplaatst, dus direct op de muurplaat. Deze condensopvanger moet een
concentrische PP(s) condensopvanger zijn. Zie voor Avanta-specifi eke opmerkingen
over condensopvang voor het toestel hoofdstuk 1.3.
53