Maximale versleping
Aansluitleiding in Opstellings-
ruimte
Uitmondingsconstructie
Type aanduiding op schoor-
steen
Uitzonderingen
3
Toestel in hogedrukmode
: Voorkomen moet worden dat de flexibele leiding horizontaal aangelegd wordt. De maximale
verslepingshoek is 45 graden. Bij hoeken groter dan 45° overgaan op Rolux® T120 PP 60-
100
: De starre kunststof aansluitleiding in de opstellingsruimte dient luchtomspoeld uitgevoerd te
worden. Voorbeelden van rookgasafvoer-varianten zijn te vinden in de bijbehorende Rolux®
installatie- en montagevoorschriften.
: Het rookgasmateriaal in PP is niet geschikt voor montage buiten de schacht omdat het PP
niet bestand is tegen UV als gevolg van instraling van zonlicht. Maak gebruik van de speciale
uitmondingsconstructies uit het Ubbink programma t.b.v. Rolux® flex 50.
: Na afloop van montage en installatie dient ter plaatse van de schoorsteen/ bestaande afvoer
op een goed toegankelijke plaats het typeplaatje worden aangebracht. Deze wordt meege-
leverd met het Rolux® T120 PP flex 50 rookgassysteem. Het typeplaatje wordt ingevuld; De
gebruikten Rolux® flex 50 producten datum van levering, datum van installatie en naam van
de installateur.
: Indien de rookgasleidingen en uitmondingsconstructies op een andere wijze worden toege-
past dan weergegeven in dit installatievoorschrift, dan dient dit te allen tijde in overleg met
Ubbink plaats te vinden.
Veranderingen en aanpassingen kunnen de goede werking nadelig beïnvloeden. Eventuele
aanspraken op garantie komen door dergelijke wijzigingen te vervallen.
Raadpleeg bij vragen de firma Ubbink of onze afdeling Sales
Support.
In te stellen toerentallen
Afhankelijk van de slanglengte dient een viertal toerentalinstel-
lingen gewijzigd te worden. In onderstaande tabellen en grafie-
ken zijn de waarden van de vier instellingen weergegeven. Let
op: voor de Avanta 35c geldt dat Gaskeur/CW5 mogelijk is bij
slanglengten tot 12 m. Bij langere lengten wordt de weerstand
zo hoog dat het toestel nog voldoet aan Gaskeur/CW4. Er
kunnen situaties zijn waarin het ongewenst is dat de bovenste
bouwlagen een hoger warmwatercomfort (CW5) hebben dan
de onderste (CW4). Voor die gevallen is in de grafieken ook
een "CW4-lijn" opgenomen voor het gebied tot 12 m. Voor het
CV-vermogen zijn in de tabel, afhankelijk van het keteltype, de
toerentallen voor 18 kW, 21 kW, 24 kW of 30 kW opgenomen.
Het instellen van de toerentallen is beschreven in de par. 1.4.4
en 1.4.5.
47