Schroef de aandrijfeenheden met dwarsstang met de U-beugel
(d) zodanig vast op de bevestigingsset dat verschuiven nog
net mogelijk is.
d
Onderlegplaatje 10
(16 x)
Moer M 10
zelfborgend (8 x)
Plaats de aandrijfrollen zodanig dat deze zich ongeveer op de
hoogte van de wielnaaf (wielmidden ± 30 mm) bevinden.
Rijrichting
Bij een hoogteverschil tot 45 mm biedt Truma ter compensatie
een set extra afstandsplaten (art.-nr. 60010-66000, 2 stuks à
15 mm) aan. Er kunnen max. drie afstandsplaten aan iedere
kant worden gebruikt. Voor bevestigen van de afstandsplaten
is de schroevenset (art.-nr. 60010-70000) nodig.
Bij een hoogteverschil van meer dan 45 mm moet de monta-
geset voor plat chassis (art.-nr. 60010-64900) worden
gebruikt. Let op voldoende bodemvrijheid (min. 110 mm).
Breng door verschuiven van de aandrijfeenheden (in wegge-
zwenkte toestand) in lengterichting de correcte afstand tussen
banden en rol (20 mm) met de meegeleverde afstandsmal
aan. De verschuifbare middenstang maakt aanpassing aan de
chassisbreedte mogelijk.
Rijrichting
Verschuif de aandrijfeenheden zodanig in dwarsrichting dat
het maximale loopvlak van de band wordt beslagen.
Zorg voor voldoende afstand
tussen aandrijving en banden /
schokdempers, zodat deze niet
met elkaar in aanraking komen.
Bij aangezwenkte aandrijfrol
bedraagt de minimumafstand
10 mm.
50
M 10 x 50 (8 x)
± 30 mm
min. 110 mm
20 mm
min. 110 mm
Draai na juiste plaatsing de schroeven en moeren van de be-
vestigingsset licht vast en controleer vervolgens nogmaals de
vereiste afstanden. Hierbij dient het gewicht van de caravan
op de wielen te rusten.
Plaats de verschuifbare middenstang in het midden (b.v me-
ten met een duimstok bij de open zijden van de dwarsstang),
draai de 4 schroeven vast (15 – 20 Nm) en borg deze met de
contramoeren.
Controleer nogmaals de afstand
van 20 mm tot de band (met be-
laste wielen) en draai vervolgens
de 2 schroeven (M 8) met 20 Nm
en de 4 schroeven (M 10) met
40 Nm van de bevestigingsset
vast.
Voor een correcte bevestiging dient de volgorde van vastdraai-
en van de schroeven absoluut te worden aangehouden.
Controleer nogmaals alle 6 schroeven op juist
aanhaalkoppel!
Afdekplaten monteren
Plaats de afdekplaat op de behuizing en zet deze telkens met
3 pennen vast (met hamer of greep van schroevendraaier erop
slaan).
Positie-aanduiding monteren
Druk de positie-aanduiding in de beide gaten op de aandrijving.
Elektrische bedrading en relaisbesturing
De Mover is alleen geschikt voor aansluiting op 12 V-accu's
(gelijkstroom)!
Voor aanvang van de werkzaamheden accu en elke ex-
terne stroomvoorziening afklemmen. Bij onzekerheden
m.b.t. de elektrische aansluiting geeft u een erkende
auto-elektriciën opdracht voor het aansluiten.
Op iedere motor zijn twee kabels met groot prestatievermo-
gen voor de tractiemotor (6 mm²) alsmede een twee-aderige
kabel voor de aanzwenkmotor voorgemonteerd. De betreffen-
de aansluitkabels van de motor markeren (motor A of B – zie
ook aansluitschema) en provisorisch op de caravanondervloer
naar de geplande montageplaats van de besturing leggen.
Een geschikte plek voor de besturing is bijv. een bedopberg-
kast in de directe omgeving van het rangeersysteem met een
minimumafstand tot de accu van 40 cm.
De besturing in de opbergkast plaatsen en bevestigen met de
meegeleverde spaanplaatschroeven (5 x 16).
Op een afstand van ca. 150 mm van de aansluitstrip van de
besturing een gat met Ø 25 mm op de caravanvloer markeren
voor de doorvoer van de kabelstrengen.
Voor het boren letten op eronder liggende chassisdelen,
gas- en elektriciteitsleidingen!
20 Nm
40 Nm
40 Nm