2.2 Toepassingsgrenzen
De afstandsbediening is geschikt voor gebruik in een atmosfeer die
permanent bewoonbaar is voor mensen. De afstandsbediening mag
niet worden gebruikt in een agressieve of explosieve omgeving.
Lokale veiligheidsambtenaren en veiligheidsverantwoordelijken moeten
door de exploitant worden ingelicht voordat men gaat werken in een
gevaarlijke omgeving, in de buurt van elektrische installaties en
soortgelijke situaties.
2.3 Wijzigingen of ombouwingen aan het product
Om gevaren te voorkomen en om een optimale werking te waarborgen,
mogen er aan het product geen wijzigingen of aan- dan wel
ombouwingen worden uitgevoerd, tenzij deze door de fabrikant
uitdrukkelijk zijn goedgekeurd.
2.4 Inhoud van de bedieningshandleiding
Elke persoon die belast is met werkzaamheden aan of met het product,
moet de bedieningshandleiding gelezen en begrepen hebben voordat
hij met deze werkzaamheden begint. Dit geldt ook wanneer de
betreffende persoon al eerder met een soortgelijk product heeft gewerkt
of wanneer hij is geschoold door de fabrikant of de leverancier.
2 Fundamentele veiligheidsvoorschriften
17