9.8.2 Montage en instelling
Bij het werken met een powermast en de daarop gemonteerde laser-
Algemeen
receiver moeten de volgende punten beslist in acht worden genomen:
Er mogen zich geen obstakels (bijv. kabels) voor de sensor
De laserzender en laser-receiver moeten altijd "vrij zicht" op elkaar
In het gebied van de laserstraal mogen zich geen spiegelende
De aangegeven reikwijdte van de laserzender mag niet worden
Arbeidspunt
Stel een geschikte laserzender (golflengte tussen
600 en 1030 nm) op voldoende hoogte in gebruik
volgens de handleiding ervan.
Zet de powermast waarop de laser-receiver is gemonteerd loodrecht.
Draai de laser-receiver in een positie waar de LED's van de
positioneringshulp vanaf de afstandsbediening goed zichtbaar zijn.
bevinden
hebben
Idealiter dient u beide zo hoog te monteren dat de roterende
laserstraal ongehinderd over het dak van de machine kan strijken.
oppervlakken (ramen, vrachtwagenruiten enz.) bevinden.
Om spiegelingen te voorkomen is het raadzaam om de
laserzender zodanig af te dekken dat deze alleen de werkelijk
vereiste cirkelsector bestrijkt.
overschreden (rekening houden met milieu-invloeden).
9 Bediening van de nivellering
115