4
Sluit het deksel van het batterijvak en schuif de vergrendeling
van het batterijvak dicht.
O
Als de kap niet dicht kan, controleert
u of de batterij in de juiste richting is
geplaatst. Probeer de kap niet dicht te
forceren.
De batterij verwijderen
Voordat u de batterij verwijdert, schakelt u de camera uit en opent u de kap van
het batterijencompartiment.
Druk de batterijvergrendeling opzij en laat de
batterij uit de camera glijden zoals getoond om
de batterij te verwijderen.
O
De batterij kan warm worden bij gebruik in omgevingen met hoge tem-
peraturen. Wees voorzichtig bij het verwijderen van de batterij.
Het verwijderen van geheugenkaarten
De geheugenkaart kan worden verwijderd door
de kaart omlaag te drukken en langzaam om-
hoog te laten komen. De geheugenkaart kan nu
met de hand worden verwijderd.
O
•
Druk op het midden van de kaart.
•
Het plotseling verwijderen van uw vinger van de kaart kan ertoe leiden
dat de kaart uit de sleuf valt. Verwijder uw vinger langzaam.
•
Als de camera een p-pictogram weergeeft, is de geheugenkaart moge-
lijk heet. Wacht tot de kaart is afgekoeld voordat u deze verwijdert.
De batterij en een geheugenkaart plaatsen
2
35