De modusschijf
Om een opnamestand te selecteren, draait u
aan de modusschijf totdat het pictogram voor
de gewenste modus op één lijn ligt met de
index.
1
A
AUTO (AUTO)
B
P (PROGRAMMA AE)
C
S (SLUITERPRIORITEIT AE)
A (DIAFRAGMAPRIORITEIT AE)
M (HANDMATIG)
D
C1/C2/C3/C4 (AANGEPAST 1/2/3/4) Maak foto's met eerder opgeslagen instel-
E
FILTER (FILTER)
F
F (VIDEO)
G
Vlog (videoblog)
4
Modus
Modus
Beschrijving
Beschrijving
De camera optimaliseert automatisch de
instellingen voor de scène. U heeft ook de
optie om zelf de gewenste scènemodus
te kiezen.
Diafragma en sluitertijd kunnen worden
aangepast met behulp van programma-
verschuiving.
Selecteer voor volledige controle over de
camera-instellingen, inclusief diafragma
(M en A) en/of sluitertijd (M en S).
lingen.
Maak foto's met fi ltereff ecten.
Neem video's op.
Neem video's op met instellingen die ge-
schikt zijn voor vlogs (videoblogs).
P
P
46
49
50
52
53
57
56
87
88