Instelling
Instelling
EENHEDEN AF-SCHAAL
EENHEDEN AF-SCHAAL
DIAFRAGMA-EENH.
DIAFRAGMA-EENH.
CINEMALENS
CINEMALENS
DISP. INST. OP MAAT
DISP. INST. OP MAAT
GROTE INDICAT.-MODUS
GROTE INDICAT.-MODUS
(EVF)
(EVF)
GROTE INDICAT.-MODUS
GROTE INDICAT.-MODUS
(LCD)
(LCD)
DISPL-INST. GROTE INDICAT. Kies de indicators die worden weergegeven wanneer
DISPL-INST. GROTE INDICAT.
INFORMATIE
INFORMATIE
CONTRASTAANP.
CONTRASTAANP.
LOCATIE-INFO
LOCATIE-INFO
x
x Q-MENU ACHTERGROND
Q-MENU ACHTERGROND Kies een achtergrond voor het snelmenu voor gebruik bij
F
F Q-MENU ACHTERGROND
Q-MENU ACHTERGROND Kies een achtergrond voor het snelmenu voor gebruik bij
TOETS-/SCHIJFINSTELLINGEN
Om toegang te krijgen tot bedieningsopties, drukt u op
6
MENU/OK, selecteert u het tabblad D (INSTALLATIE) en kiest u
TOETS-/SCHIJFINSTELLINGEN.
Instelling
Instelling
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
FOCUSHENDEL
FOCUSHENDEL
x BEWERK/SLA OP
x
BEWERK/SLA OP
SNELMENU
SNELMENU
130
Kies de eenheden gebruikt voor de indicator van de
scherpstelafstand.
Kies of de camera diafragma weergeeft als een T-nummer
of een f/-getal wanneer een optionele cinelens is aange-
sloten.
Kies de items die worden getoond in de standaardindica-
tieweergave.
Kies of grote indicators in de zoeker (EVF) worden weer-
gegeven.
Kies of grote indicators in de LCD-monitor worden
weergegeven.
AAN is geselecteerd voor GROTE INDICAT.-MODUS
(EVF) of GROTE INDICAT.-MODUS (LCD).
Stel contrast van de weergave af.
Kies of de locatie-informatie gedownload van smartpho-
nes wordt weergegeven.
het maken van foto's.
het maken van fi lmopnames.
Kies de functies uitgevoerd door de scherpstellingstok
(scherpstelhendel).
Kies de items die worden weergegeven in het snelmenu
tijdens fotografi e.
Beschrijving
Beschrijving
Beschrijving
Beschrijving