3
Stel de parameters in voor de COM-poort.
Nadat het printerstuurprogramma is geïnstalleerd, moet u de seriële parameters instellen voor de
communicatiepoort (COM) die is toegewezen aan het printerstuurprogramma.
De seriële parameters van de COM-poort moeten overeenkomen met de seriële parameters die u hebt ingesteld
op de printer.
a
Open Apparaatbeheer. Voer de volgende stappen uit:
Windows Vista
1
Klik op
.
2
Klik op Control Panel (Configuratiescherm).
3
Klik op System and Maintenance (Systeem en onderhoud).
4
Klik op System (Systeem).
5
Klik op Device Manager (Apparaatbeheer).
Windows XP
1
Klik op Start.
2
Klik op Control Panel (Configuratiescherm).
3
Klik op Performance and Maintenance (Prestaties en onderhoud).
4
Klik op System (Systeem).
5
Klik op Device Manager (Apparaatbeheer) op het tabblad Hardware.
Windows 2000
1
Klik op Start.
2
Klik op Settings (Instellingen)
3
Klik op System (Systeem).
4
Klik op Device Manager (Apparaatbeheer) op het tabblad Hardware.
b
Klik op + om de lijst met beschikbare poorten uit te breiden.
c
Selecteer de communicatiepoort van de printer waarop u de seriële kabel hebt aangesloten (bijvoorbeeld:
COM1).
d
Klik op Properties (Eigenschappen).
e
Geef op het tabblad Poortinstellingen dezelfde seriële parameters op die u hebt ingesteld op de printer.
Zoek naar de printerinstellingen in het gedeelte voor seriële instellingen op de pagina met menu-instellingen
die u eerder hebt afgedrukt.
f
Klik op OK en sluit alle vensters.
g
Druk een testpagina af om de printerinstallatie te controleren. Wanneer de testpagina goed wordt afgedrukt,
is de printerconfiguratie voltooid.
Control Panel (Configuratiescherm).
Aansluiten op een draadloos netwerk via Macintosh
20