schikbaar. De uitbreiding van de menu's door de solarinstalla-
tie is in de handleiding van de gebruikte module beschreven.
In het menu Instellingen solar zijn bij alle solarinstallaties de
in tab. 20 genoemde submenu's beschikbaar.
WAARSCHUWING: Er bestaat gevaar voor
verbranding!
▶ Wanneer warmwatertemperaturen boven
60 °C zijn ingesteld of de thermische des-
infectie is ingeschakeld, moet een ther-
mostatische tapwatermengkraan worden
geïnstalleerd.
OPMERKING: Schade aan de installatie!
▶ Solarinstallatie voor de inbedrijfname vul-
len en ontluchten.
Wanneer het oppervlak van de geïnstalleerde
solarcollectoren verkeerd is ingesteld, wordt
de solaropbrengst in het infomenu verkeerd
weergegeven!
Menupunt
Doel van het menu
Solarsysteem geïn-
Wanneer hier Ja is ingesteld, worden de
stalleerd
andere instellingen getoond.
Solarconfiguratie
Grafische configuratie van de solarin-
veranderen
stallatie
Actuele solarconfi-
Grafische weergave van de geconfigu-
guratie
reerde solarinstallatie
Solarparameter
Instellingen voor de geïnstalleerde solar-
installatie
Solarsysteem star-
Nadat alle benodigde parameters zijn in-
ten
gesteld, kan de solarinstallatie in bedrijf
worden genomen.
Tabel 20 Algemene instellingen voor de solarinstallatie
7.4
Instellingen voor hybride systemen
Wanneer in de installatie een hybride systeem of een hybride
apparaat is geïnstalleerd, is het menu Instellingen hybride be-
schikbaar. Afhankelijk van het toegepaste hybride systeem of
hybride apparaat en de daaraan gekoppelde modules of com-
ponenten kunnen verschillende instellingen worden uitge-
voerd. Respecteer de aanvullende informatie in de technische
documenten van het hybride systeem of hybride apparaat (bij-
voorbeeld Logatherm WPLSH).
Logamatic RC300 – 6 720 807 325 (2013/06)
7.5
Diagnosemenu
Afb. 24
Menu diagnose
Het servicemenu Diagnose bevat meerdere tools voor de diag-
nose. Houd er rekening mee, dat de weergave van de afzonder-
lijke menupunten afhankelijk van de installatie is.
7.5.1 Menu functietest
Met behulp van deze menu's kunnen de actieve componenten
van de cv-installatie afzonderlijk worden getest. Wanneer in dit
menu Functietesten activeren op Ja wordt ingesteld, wordt
het normale cv-bedrijf in de gehele installatie onderbroken.
Alle instellingen blijven behouden. De instellingen in dit menu
zijn slechts tijdelijk en worden naar de betreffende basisinstel-
ling teruggezet zodra Functietesten activeren op Nee wordt
ingesteld of het menu Functietest wordt gesloten. De beschik-
bare functies en instelmogelijkheden zijn afhankelijk van het
type CV-installatie.
De functietest wordt uitgevoerd, wanneer de instelwaarden
van de genoemde componenten overeenkomstig worden inge-
steld. Of de brander, de mengkraan, de pomp of het ventiel
overeenkomstig reageert, kan op het betreffende onderdeel
worden gecontroleerd.
Bijvoorbeeld kan de Brander worden getest:
•
Uit: de vlam in de brander gaat uit.
•
Aan: de brander gaat in bedrijf.
7.5.2 Menu monitorwaarden
In dit menu worden instellingen en meetwaarden van de cv-in-
stallatie weergegeven. Hier kan bijvoorbeeld de aanvoertem-
peratuur of de actuele warmwatertemperatuur worden
weergegeven.
Hier kan ook gedetailleerde informatie over de installatiedelen
zoals bijvoorbeeld de temperatuur van de warmteproducent
worden opgeroepen. Beschikbare informatie en waarden zijn
daarbij afhankelijk van de geïnstalleerde installatie. Techni-
sche documenten van de warmteprocent, de module en andere
installatiedelen respecteren.
Servicemenu
7
6 720 807 326-22.1O
39