Servicemenu
7
Als de buitentemperatuur lager dan -15 °C wordt, schakelt de
verwarming om van gereduceerde modus naar cv-bedrijf [3].
Daardoor kunnen kleinere verwarmingsoppervlakken worden
gebruikt.
Vorstbeveiligingsgrenstemperatuur (buitentemperatuur-
drempel)
Onder dit menupunt wordt de grenstemperatuur voor de vorst-
beveiliging (buitentemperatuurdrempel) ingesteld. Deze werkt
alleen, wanneer in menu Vorstbeveiliging of Buitentempera-
tuur of Ruimte- en Buitentemperatuur is ingesteld.
OPMERKING: Beschadiging van cv-water-
transporterende installatiedelen bij te laag in-
gestelde vorstbeveiligingsgrenstemperatuur
en langer aanhoudende buitentemperatuur
onder 0 °C!
▶ Vorstbeveiligingsgrenstemperatuur (ba-
sisinstelling = 5 °C) op de installatie aan-
passen.
▶ Stel de vorstbeveiligingsgrenstempera-
tuur niet te laag in. Schade door te laag in-
gestelde
vorstbeveiligingsgrenstemperatuur is uit-
gesloten van de garantie!
▶ Vorstbeveiligingsgrenstemperatuur en
vorstbeveiliging voor alle cv-circuits in-
stellen.
▶ Om de vorstbeveiliging van de gehele cv-
installatie te waarborgen, in menu
Vorstbeveiliging of Buitentemperatuur
of Ruimte- en Buitentemperatuur instel-
len.
•
Wanneer de buitentemperatuur de vorstbeveiligings-
grenstemperatuur met 1 K ( °C) overschrijdt en geen warm-
tevraag aanwezig is, wordt de cv-pomp uitgeschakeld.
•
Wanneer de buitentemperatuur de vorstbeveiligings-
grenstemperatuur onderschrijdt, wordt de cv-pomp inge-
schakeld.
34
De instelling Ruimtetemperatuur biedt geen
absolute vorstbeveiliging, omdat bijvoorbeeld
in gevels geïnstalleerde leidingen kunnen be-
vriezen. Dat kan ook optreden, ondanks dat de
temperatuur in de referentieruimte vanwege
externe warmtebronnen duidelijk boven 5 °C
ligt. Is een buitentemperatuursensor geïnstal-
leerd dan kan onafhankelijk van het ingestelde
type regeling de vorstbeveiliging van de gehele
cv-installatie worden gewaarborgd:
▶ Stel in het menu Vorstbeveiliging of Bui-
tentemperatuur of Ruimte- en Buiten-
temperatuur in.
7.1.4 Menu chapedroging
In dit menu wordt een chapedroogprogramma voor het geko-
zen cv-circuit of de gehele installatie ingesteld. Om een nieuwe
chape te drogen, doorloopt de verwarming eenmaal automa-
tisch het chapedroogprogramma.
Wanneer een spanningsuitval optreedt, vervolgt de bedie-
ningseenheid het chapedroogprogramma automatisch. Daar-
bij mag de spanningsuitval niet langer duren, dan de
gangreserve van de bedieningseenheid of de maximale duur
van een onderbreking is.
Dit menu is alleen beschikbaar, wanneer minimaal een vloer-
verwarmingscircuit in de installatie is geïnstalleerd en inge-
steld.
OPMERKING: Gevaar voor beschadiging van
de afwerkvloer!
▶ Bij installaties met meerdere circuits kan
deze functie alleen in combinatie met een
gemengd cv-circuit worden gebruikt.
▶ Stel de chapedroging in aan de hand van
de specificaties van de leverancier van de
chape.
▶ Bezoek de installatie ondanks de chape-
droging elke dag en houdt het voorge-
schreven protocol bij.
Logamatic RC300 – 6 720 807 325 (2013/06)