REMKO KWK EC / KWK EC-ZW
Reiniging en onderhoud
Het regelmatig verzorgen en
onderhouden waarborgen een
storingsvrij bedrijf en een lange
levensduur van het apparaat.
LET OP
Schoonmaak- en
onderhoudswerkzaamheden
mogen alleen gebeuren in
spanningsvrije toestand.
Instandhouding
Houd het apparaat vrij van
■
vuil, begroeiing en andere
afzettingen.
Reinig het apparaat alleen met
■
een vochtige doek. Gebruik
geen bijtende, schurende of
oplosmiddelen bevattende
reinigingsmiddelen. Gebruik
geen waterstraal.
Reinig vóór een langere
■
stilstandperiode de lamellen van
het apparaat.
Onderhoud
We adviseren een
■
onderhoudsovereenkomst voor
een jaarlijkse onderhoudsbeurt
met een gespecialiseerd bedrijf.
Reiniging van de behuizing
1. Onderbreek de
stroomvoorziening naar het
apparaat.
2. Reinig het rooster en de
afdekking met een licht
bevochtigde doek.
3. Schakel de stroomvoorziening
weer in.
TIP
Met een onderhoudscontract
is de bedrijfszekerheid van de
installatie altijd gegarandeerd!
8
Luchtfilter van de binnenunit
Reinig het luchtfilter minimaal om
de 2 weken. Verkort deze periode
bij sterk verontreinigde lucht.
Verwijderen van het filter
Reiniging van de filters
1. Onderbreek de
stroomvoorziening naar het
apparaat.
2. Demonteer evt. de bekleding
van het apparaat.
Neem het hoofdstuk
„Demontage van de bekleding
van het apparaat" in acht.
1
Reinigen met de stofzuiger
Aard van de werkzaamheden
Controle/onderhoud/inspectie
Algemeen
Ontluchting mediumcircuit
Mediumvulling controleren
Vervuiling lamellenregister
Vervuiling filter
Spanning en stroom controleren
Werking ventilator controleren
Condensafvoer controleren
Isolatie controleren
3. Klap het filter omlaag en trek
het er naar voren uit.
4. Reinig het filter met een
normale stofzuiger. Draai
daarvoor de verontreinigde
zijde naar boven (afbeelding 1).
5. U kunt verontreinigingen
ook voorzichtig met
lauwwarm water en een
mild reinigingsmiddel
verwijderen. Draai daarvoor de
verontreinigde zijde naar onder
(afbeelding 2).
6. Laat het filter bij gebruik van
water eerst volledig drogen in
de omgevingslucht, voor het
weer in het apparaat plaatsen.
7. Plaats het filter voorzichtig. Let
daarbij op de correcte plaatsing.
8. Schakel de stroomvoorziening
en het apparaat weer in.
2
Reinigen met lauwwarm water
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•