4.
Laat de warmtepomp door geautoriseerd onder-
houdspersoneel van de fabrikant in bedrijf stellen
(hier zijn kosten mee verbonden).
5.
Let erop dat de watertoevoer naar het warmdrink-
waterbuffervat geopend is.
11
Onderhoud
AANWIJZING
Wij adviseren een onderhoudsovereenkomst
af te sluiten met een gespecialiseerd verwar-
mingsbedrijf.
11.1 Basis
Het koelcircuit van de warmtepomp heeft geen regel-
matig onderhoud nodig.
Lokale voorschriften – bijv. de Verordening (EG)
517/2014 – schrijven onder andere dichtheidscon-
troles voor en/of het bijhouden van een logboek bij
bepaalde warmtepompen.
► Zorg ervoor dat de lokale voorschriften met
betrekking tot de specifieke warmtepompinstalla-
tie worden nageleefd.
11.2 Onderhoud volgens behoefte
●
Jaarlijks, indien nodig vaker:
– Controle en reiniging van de componenten van
het verwarmingscircuit en de warmtebron, bijv.
kleppen, expansievaten, circulatiepompen, fil-
ters, vuilvangers.
– Controle van de werking van de plaatselijke
veiligheidsklep voor het warmdrinkwaterbuffer-
vat en van de veiligheidsklep voor het verwar-
mingscircuit.
11.3 Jaarlijks onderhoud
► Stel analytisch de kwaliteit van het verwarmings-
water vast. Bij afwijkingen van de voorschriften
moeten onmiddellijk geschikte maatregelen wor-
den getroffen.
22
Technische wijzigingen voorbehouden | 83056900hNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
11.4 Verdamper en condensor
reinigen en spoelen
► Reinig en spoel de verdamper/condensor nauw-
gezet volgens de voorschriften van de fabrikant.
► Neutraliseer de restanten na het spoelen van de
verdamper/condensor met behulp van een che-
misch reinigingsmiddel en spoel de verdamper/
condensor vervolgens grondig met water.
12 Storingen
AANWIJZING
Wanneer de veiligheidstemperatuurbegren-
zer aan het elektrische verwarmingselement
heeft gereageerd, wordt geen storing aange-
geven.
► Stel de oorzaak van de storing vast via het diag-
noseprogramma van de verwarmings- en warmte-
pompregelaar.
► Raadpleeg de lokale partner van de fabrikant
of de klantenservice. Houd hierbij de storings-
melding en het apparaatnummer ( 'Apparaat-
sticker' op pagina 3) klaar.
12.1 Veiligheidstemperatuurbegrenzer
ontgrendelen
Er is een veiligheidstemperatuurbegrenzer in het elek-
trische verwarmingselement (3) ingebouwd. Bij een
uitval van de warmtepomp of lucht in de installatie:
► Controleer of de reset-knop (1) van de veiligheids-
temperatuurbegrenzer (2) uitgesprongen is (ca.
2 mm).
► Druk de uitgesprongen reset-knop weer in.