5.2
Opstarten
7633762 - 01 - 23032017
5.1.2
Procedure voor programmering
De keuze van de instellingsniveaus en de menu-items wordt als volgt be
paald:
1. Druk op OK.
De menu-items van het Eindgebruiker-niveau worden weergegeven.
2. Houd de informatieknop gedurende ca. 3 seconden ingedrukt.
De instelniveaus verschijnen.
3. Kies het gewenste instelniveau met gebruik van de regelknop.
Instelniveaus
- Eindgebruiker (E)
- Inbedrijfstelling (Ib),
- Installateur (In),
incl. Eind gebruiker (E) en inbedrijfstelling (Ib)
- OEM,
omvat alle overige instelniveaus (door wachtwoord beveiligd)
4. Druk op OK.
5. Kies het gewenste menu-item (zie parameterlijst) met gebruik van de
regelknop.
Zie
Niet alle items zullen zichtbaar zijn. Dit is afhankelijk van het geko
zen programmeerniveau en de wijze van programmeren.
5.2.1
Waterdruk controleren
Opgelet
Voor het inschakelen dient te worden gecontroleerd of de drukme
ter een voldoende hoge waterdruk aangeeft. Geadviseerde water
druk tussen 1,0 en 2,5 bar.
Druk lager dan 1,0 bar Water bijvullen.
Opgelet
Houdt u zich aan de maximaal toegestane systeemdruk.
Meer dan 2,5_bar Schakel de olie condenserende ketel niet uit. Tap het
water af.
Opgelet
Houdt u zich aan de maximaal toegestane systeemdruk.
Controleer of er lekbak onder de afvoerpijp van de veiligheidsklep staat. In
geval van overdruk neemt die verwarmingswater op als dit wordt afge
voerd.
Voor meer informatie, zie
Het verwarmingswater bijvullen, pagina 35
Aftappen van het verwarmingswater, pagina 39
incl. Eind gebruiker (E)
5 Werking
17