Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ac-Bekabeling; Ac-Randaarde; Netwerkbekabeling (Czone/Masterbus); Accu's - Mastervolt CHARGEMASTER PLUS 12/35-3 Gebruikers- En Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

8
ChargeMaster Plus 12/35-3, 12/50-3, 24/20-3, 24/30-3 – Gebruikers- en installatiehandleiding
Gebruik nooit het chassis als negatieve geleider. Maak de
kabel stevig vast.
In de pluskabel naar de accubank moet een zekering
worden opgenomen. Sluit de pluskabel aan op de pluspool
van de accubank. De aanbevolen DC-zekeringen voor DC
1/2/3 UIT zijn:
Model
DC fuse
Model
12/35-3
40 A
24/20-3
12/50-3
60 A
24/30-3
De zekering met zekeringhouder is verkrijgbaar bij uw
lokale Mastervolt-distributeur.
3.3.2

AC-bekabeling

WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de ChargeMaster Plus zich in
een goed geventileerde ruimte bevindt, want
er kunnen vonken optreden.
Voor een veilige installatie dient u de juiste draad-
doorsnede toe te passen. Gebruik geen draaddoorsnede
die kleiner is dan aangegeven. Zie onderstaande tabel om
de juiste draaddoorsnede voor de AC-bekabeling te kiezen
(maximaal 6 m/20 ft lang):
Draaddoorsnede
Massieve draad (3x)
1,5 mm²/AWG14
Draad met flexibele
2,5 mm²/AWG12
kern (3x)
Draad met huls (3x)
4,0 mm²/AWG10
Aansluiting
van
AC-bekabeling
draadkleuren:
240 VAC, installaties van 50/60 Hz:
Draadkleur
Betekenis
Bruin of zwart
Fase
Blauw
Nul
Groen/geel
Aarde
120 VAC, installaties van 50/60 Hz (enkele fase):
Draadkleur
Betekenis
Zwart
Fase
Wit
Nul
Groen
Aarde
240 VAC, 50/60 Hz (split-phase 120/240 VAC):
Draadkleur
Betekenis
Zwart
Fase
Rood
Fase
Groen
Aarde
Opmerking: In de AC-bekabeling moet een toegankelijke
loskoppelinrichting (bijvoorbeeld een scha-
kelaar of een zekeringautomaat) worden
ingebouwd, overeenkomstig de bekabe-
lingsvoorschriften.
DC fuse
25 A
40 A
Max. stroom
15 A
15 A
15 A
en
aanbevolen
Aansluiten op:
L
N
Aansluiten op:
L
N
Aansluiten op:
L1
L2
3.3.3

AC-randaarde

WAARSCHUWING!
De aardingsdraad biedt alleen bescherming
als de behuizing van de ChargeMaster Plus
met de randaarde is verbonden. Sluit de
aardklem (PE/GND) aan op de romp, het
chassis of de distributieapparatuur.
VOORZICHTIG!
Volgens de plaatselijke voorschriften moet een
RCD/zekeringautomaat
genoemd) worden opgenomen in het AC-
ingangscircuit van de ChargeMaster Plus.
Voor Australië en Nieuw-Zeeland zijn de
bekabelingsvoorschriften in overeenstemming
met AS/NZS 3000.
3.3.4

Netwerkbekabeling (CZone/MasterBus)

De ChargeMaster Plus kan op een CZone- of MasterBus-
netwerk
worden
aangesloten.
dropkabel
CZone/MB
ChargeMaster Plus door te lussen naar de andere
apparaten, zodat ze samen een lokaal gegevensnetwerk
vormen. Beide netwerken moeten aan beide uiteinden van
het netwerk voorzien zijn van een terminator. Maak geen
ringnetwerken of T-verbindingen.
CZone-netwerk
Aandachtspunten:
˗
Op één backbone kunnen maximaal 40 apparaten
worden aangesloten.
˗
Verzeker u ervan dat het CZone-netwerk twee
afsluitweerstanden heeft, één aan elk open uiteinde
van de backbone.
˗
Het voor het netwerk benodigde elektrisch vermogen
wordt geleverd door een accu of stroomvoorziening.
Verzeker u ervan dat die voldoende vermogen levert
en zo dicht mogelijk bij het midden van de backbone is
geplaatst om spanningsval te beperken.
MasterBus-netwerk
Aandachtspunten:
˗
Verbindingen tussen de apparaten maakt u met behulp
van standaard MasterBus-kabels (straight UTP).
Advanced Systems Group kan die kabels leveren.
˗
Er kunnen maximaal 63 MasterBus-apparaten op
elkaar worden aangesloten.
˗
Het voor het netwerk benodigde elektrisch vermogen
wordt geleverd door de aangesloten apparaten.
Daarbij wordt de volgende regel gevolgd: één voedend
apparaat/drie niet-voedende apparaten. Verspreid de
voedende apparaten over het netwerk.
Neem voor meer informatie over netwerken contact op
met uw Mastervolt-leverancier.
3.4

Accu's

Neem altijd de instructies in acht die worden gepubliceerd
door de fabrikant van de accu.
(ook
wel
Gebruik
een
of
MasterBus-kabel
om
GFCI
RJ45-
de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave