18
ChargeMaster Plus 12/35-3, 12/50-3, 24/20-3, 24/30-3 – Gebruikers- en installatiehandleiding
4.5
CZone-configuratie
®
Het CZone
-netwerk is een CAN-systeem dat voldoet aan NMEA 2000. Open wanneer de ChargeMaster Plus is aangesloten
de CZone Configuration Tool op een Windows-laptop of -notebook die op met het CZone-netwerk is verbonden. Voer de
configuratie uit terwijl u verbonden bent met het netwerk of gebruik een voorbereid configuratiebestand (.zcf). Verzeker u
ervan dat er een DIP-switch is toegewezen.
De ChargeMaster Plus toevoegen aan een CZone-systeemconfiguratie
Voorwaarde: in deze paragraaf wordt ervan uitgegaan dat een CZone-systeem al is geconfigureerd en dat de CZone
Configuration Tool is geopend.
Ga in de CZone Configuration Tool naar het tabblad Modules en druk op de knop Toevoegen (Add).
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Moduletype (Module Type) Lader (Charger).
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Ladertype (Charger Type) het vereiste model en ga verder met de volgende stappen.
1. Voer een duidelijke Modulenaam (Module Name) in.
2. Elk apparaat in het CZone-netwerk heeft een uniek CZone-adres: de Dipswitch. Dit nummer moet overeenkomen met de
fysieke DIP-switchinstellingen. Wanneer er verbinding is met het systeem: selecteer een nummer in de vervolgkeuzelijst of
voer zelf een waarde in.
3. Selecteer het Accutype (Battery Type).
4. Voer de DC-stroombegrenzing (DC Current Limit) in.
5. Optie: druk op de knop Geavanceerde Instellingen (Advanced Settings) om geavanceerde opties te configureren.
6. Selecteer de gewenste Laadmethode (Charge Method) in de vervolgkeuzelijst.
7. Voer een duidelijke Naam (Name) in voor DC 1 OUT, DC 2 OUT en DC 3 OUT.
8. NMEA2000 Instances worden gebruikt om een onderscheid te maken tussen meerdere monitoringbronnen.
PGNs zijn identifiers voor informatie die volgt. Zie sectie 7.4 voor een overzicht van ondersteunde PGNs.
9. Druk op OK om terug te keren naar het venster Modulemodificatie (Module Modification) en druk op de knop Alarm-
/schakelaarinstellingen (Alarm/Switch Settings).
10. Selecteer de gewenste ernst van de alarmen.
11. Druk op OK.
Optioneel kunt u digitaal schakelen configureren door circuitregelingen toe te voegen op het tabblad Circuits (u kunt
bijvoorbeeld een accu leeg-schakelaar gebruiken om een generator te starten). Schrijf de configuratie naar het netwerk om de
nieuwe configuratie te gebruiken.
Zie de handleiding van de CZone
Zie ook paragraaf 4.2 voor een beschrijving van dezelfde instellingen in MasterAdjust.
®
Configuration Tool voor meer informatie.