Bij een test met twee paar fotocellen moet de test eerst met elk
paar fotocellen afzonderlijk worden uitgevoerd met 1 testobject, en
vervolgens worden herhaald met 2 testobjecten.
Elk testobject moet zijdelings worden gepositioneerd ten opzichte
van het midden van de slagboom, op een afstand van 15 cm,
en vervolgens over de hele lengte van de slagboom worden ver-
plaatst.
Tijdens deze tests moet het testobject in elke willekeurige positie
over de hele lengte van de slagboom door de fotocellen worden
waargenomen.
07.
a - Controleer of er geen interferenties zijn tussen de fotocellen en
andere inrichtingen:
- onderbreek de optische as die het paar fotocellen onderling ver-
bindt met een cilinder (∅ 5 cm, lengte 30 cm)
- beweeg de cilinder eerst dicht langs de TX-fotocel, vervolgens
dicht langs de RX-fotocel en ten slotte in het midden, tussen de
twee fotocellen door
b - Controleer of de inrichting in alle gevallen reageert, door van
de status 'actief' over te gaan in de status 'alarm' en andersom.
c - Controleer of de beoogde actie wordt veroorzaakt in de be-
sturingseenheid (bijvoorbeeld, omkering van de beweging bij de
sluitingsmanoeuvre).
08.
Controle van de beveiliging tegen gevaar van stijging: bij automatiseringen met verticale beweging moet worden gecontroleerd of er
geen gevaar voor stijging bestaat. Doe de test als volgt:
- hang halverwege de slagboom een gewicht op van 20 kg (bv. een zak grind)
- bedien een openingsmanoeuvre en ga na of de slagboom bij deze manoeuvre niet hoger dan 50 cm boven zijn gesloten stand komt.
Als de slagboom deze hoogte overschrijdt, moet de werkkracht worden verlaagd met de trimmer FL (hoofdstuk 7.1).
09.
Als de gevaarlijke situaties, die zijn veroorzaakt door de beweging van de slagboom, voorkomen worden door middel van begrenzing
van de stootkracht (stap 08), moet de kracht worden gemeten volgens de voorschriften van de norm EN 12445. Eventueel, als de
controle van de 'motorkracht' wordt gebruikt als hulpmiddel voor het systeem ter verlaging van de stootkracht, moet de regeling uitge-
probeerd en gevonden worden die de beste resultaten oplevert.
10.
Controle van de werking van het handmatige ontgrendelsysteem:
a - breng de slagboom in gesloten positie en ontgrendel de reductiemotor met de hand. Ga na of dit met gemak gebeurt.
b - ga na of de handbediende kracht die nodig is om de slagboom in geopende stand te brengen niet meer is dan 200 N (circa 20 kg);
de kracht wordt haaks op de slagboom en op 1 m van de draaias gemeten
c - controleer of de sleutel voor handbediende ontgrendeling beschikbaar is in de buurt van de automatisering.
11.
Controle van het afkoppelingssysteem van de voeding:
a - bedien de afkoppelvoorziening van de voeding en koppel eventuele aanwezige bufferbatterijen af
b - controleer of alle leds op de besturingseenheid uit zijn en of de slagboom, wanneer er een instructie wordt gegeven, niet beweegt.
c - controleer de werking van het handbediende vergrendelsysteem om onopzettelijke of ongeoorloofde hernieuwde aankoppeling te
vermijden.
6.2 - Inbedrijfstelling
De inbedrijfstelling kan alleen plaatsvinden nadat alle fasen van de eindtest met succes zijn doorlopen (paragraaf 6.1).
Het is niet toegestaan de installatie gedeeltelijk of onder 'provisorische' omstandigheden te laten werken.
01.
Het technisch dossier van de automatisering moet samengesteld en minimaal 10 jaar bewaard worden en moet bestaan uit: overzicht-
stekening van de automatisering, schema van de elektrische aansluitingen, risicoanalyse en de bijbehorende genomen maatregelen,
verklaring van overeenstemming van de fabrikant van alle gebruikte inrichtingen (gebruik de bijgevoegde EG-verklaring van overeen-
stemming); een exemplaar van de gebruikshandleiding en van het onderhoudsplan voor de automatisering.
02.
Bevestig permanent een etiket of plaatje op de slagboombarrière waarop de handelingen voor het handmatig ontgrendelen van de
reductiemotor staan aangegeven: gebruik de afbeeldingen in de 'Gebruikshandleiding' aan het eind van de handleiding (uitscheurbare
bijlage)
03.
Test met behulp van de sleutelschakelaar of de zender of de barrière met slagboom opent en sluit, en controleer of de beweging over-
eenkomt met de bedoelde beweging.
04.
Vul de CE-verklaring van overeenstemming van de automatisering in en overhandig deze aan de eigenaar
05.
Overhandig de "gebruikshandleiding" (uitscheurbare bijlage) aan de eigenaar van de automatisering
06.
Stel het onderhoudsplan op en overhandig dit aan de eigenaar van de automatisering
07.
Voordat u de automatisering in bedrijf stelt, dient u de eigenaar schriftelijk en voldoende op de hoogte te stellen van nog aanwezige
gevaren en risico's.
Nederlands – 22
2 0 0
3 0 0
2 0 0
3 0 0
2 0 0
3 0 0
2 0 0
3 0 0