Doe het volgende als de slagboom een sluitende beweging maakt:
r - haal de netvoeding van de automatisering af
s - draai de connector van de motor (MOTOR - afb. 5) 180°
t - geef netvoeding op de automatisering
6
EINDTEST EN INBEDRIJFSTELLING
Dit zijn de belangrijkste fasen in de realisering van de automatisering, om de maximale veiligheid van de installatie te garanderen.
Deze moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd en ervaren personeel, dat de benodigde tests moet uitvoeren om de veiligheidsmaatrege-
len te controleren en dat tevens moet controleren of de wetten, normen en regels op dit gebied in acht worden genomen, in het bijzonder de
vereisten van de normen EN 13241-1, EN 12445 en EN 12453.
De extra inrichtingen moeten aan een specifieke test worden onderworpen, om zowel de werking als de correcte interactie met WIDE te contro-
leren. Raadpleeg hiervoor de instructiehandleidingen van de betreffende inrichtingen.
6.1 - Eindtest
S
WIDE
De eindtest kan ook worden gebruikt om de inrichtingen van de automatisering periodiek te controleren. Voor elk afzonderlijk onderdeel van de
automatisering (contactlijsten, fotocellen, noodstop enz.) is een specifieke eindtestfase vereist; voor deze inrichtingen moeten de procedures uit
de desbetreffende instructiehandleidingen worden gevolgd.
Voer de eindtests als volgt uit:
01.
Controleer of alle informatie in hoofdstuk 1 - Waarschuwingen nauwkeurig in acht is genomen
02.
Controleer of de slagboom goed gebalanceerd is: hoofdstuk 3 - installatie (stap 13)
03.
Controleer of de handmatige vergrendeling en ontgrendeling goed werken, afhankelijk van het aangeschafte model:
S
WIDE
S
WIDE
S
WIDE
M
WIDE
04.
Test het sluiten, openen en stoppen van de slagboombarrière met behulp van de sleutelschakelaar of de bedieningsknop, en ga na of
M
WIDE
de beweging is zoals beoogd: geadviseerd wordt om verschillende tests te doen om de beweging van de slagboom te beoordelen en
M
WIDE
eventuele gebreken in de montage of regeling en de aanwezigheid van bijzondere wrijvingspunten vast te stellen
05.
Controleer of alle veiligheidsinrichtingen in de installatie goed werken (fotocellen, contactlijsten enz.): wanneer een inrichting ingrijpt,
geeft de led 'OK' op de besturingseenheid 2 korte knippersignalen ter bevestiging dat herkenning heeft plaatsgevonden.
06.
Controleer de werking van de fotocellen en eventuele storingen
door andere inrichtingen: er zijn een of twee parallellepipedums
van star materiaal (bv houten panelen) nodig met de maten 70 x 30
x 20 cm. Elk parallellepipedum moet drie kanten hebben (een voor
elke dimensie) van reflecterend materiaal (bv. spiegel of glanzend
wit gelakt) en drie kanten van mat materiaal (bv. mat zwart gelakt).
M
Voor de test met de fotocellen op 50 cm boven de grond ge-
WIDE
plaatst, moet het parallellepipedum op de grond worden gezet.
Voor de test met fotocellen op 1 m boven de grond moet het 50
cm worden opgetild.
Bij een test met één paar fotocellen moet het testobject exact on-
der het midden van de slagboom worden gezet met de zijden van
20 cm naar de fotocellen toe, en over de hele lengte van de slag-
boom worden verplaatst.
OFF
r
s
OFF
L
WIDE
L
WIDE
L
WIDE
L
WIDE
t
180°
ON
S
WIDE
S
WIDE
S
WIDE
M
L
S
WIDE
WIDE
WIDE
M
L
WIDE
WIDE
M
L
WIDE
WIDE
M
L
WIDE
WIDE
2 0 0
3 0 0
Nederlands – 21