Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Algoritme Van De Regeling; Pid-Regeling - CIAT V3000 KNX Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor V3000 KNX:
Inhoudsopgave

Advertenties

9 - ALGORITME VAN DE REGELING

Parameters P40, P41, P47, P48, P49, P50, P51, P52, P62, P67.

■ PID-regeling

De parameters van de PID-regeling zijn in de fabriek ingesteld.
De waarden zijn:
■ Proportionele band warm: 4 K
■ Integratietijd warm: 5 mn
■ Afgeleide tijd warm: 1 mn
■ Proportionele band koud: 2 K
■ Integratietijd koud: 10 mn
■ Afgeleide tijd koud: 1 mn
Met deze in het laboratorium geteste waarden is een "Comfortabele" werking mogelijk in de meeste toepassingen van terminalunits.
■ Ventilatie neutrale zone
In functie van de werkstand, is de ventilatie in de neutrale zone in de fabriek als volgt ingesteld:
■ Comfortstand (P40): 0 Ventilatie uit (indien regelaar met kamersensor) of 3: periodiek inschakelen (indien regeling met
retoursensor).
■ Stand-by Stand (P41): 0 Ventilatie uit
■ Spaarstand: 0 Ventilatie uit
■ Vorstbeveiligingstand: 0 Ventilatie uit
■ De ventilatie in de neutrale zone in de comfort- en stand-by stand is regelbaar via P40 en P41
Het is mogelijk ofwel de ventilatie uit te schakelen na een naventilatie van 2 mn (parameter = 0), ofwel permanent te ventileren
met lage snelheid (parameter = 1), ofwel permanent te ventileren in de zomer en de ventilatie uit te schakelen in de winter (parameter
= 2), ofwel elke 30 min gedurende 30 seconden te ventileren.
Als de regeling werkt via de retoursensor, wordt permanent ventileren met lage snelheid geadviseerd.
De regeling van deze parameters is het resultaat van een compromis tussen nauwkeurigheid van de regeling, gevoelscomfort en
energiezuinigheid.
■ Bij het inschakelen van de V3000, wordt de verwerking van de ventilatie in de neutrale zone effectief tijdens de eerste vraag
naar verwarmen of koelen van de kame.
■ Minimum ventilatieduur
Bij automatische ventilatie schakelt de regelaar automatisch de ventilatiesnelheden in. Om het aantal veranderingen van de
ventilatiesnelheden te beperken, is een minimum werkingsduur van de ventilatie van 2 minuten op elke snelheid voorzien.
■ Tijdschakeling ontheffing comfort
Om het energieverbruik te beheersen, kan de regelaar de werkingsduur in de comfortstand beperken na een ontheffing door de
gebruiker. Deze tijdschakeling geldt niet als de opdracht om de comfortstand in te schakelen afkomstig is van de beheercentrale.
Met de parameter P48 kan een tijdschakeling worden ingesteld tussen 30 min en 24 uur, of elke ontheffing van de comfortstand
verboden (P48 = 0). Deze functie kan worden uitgeschakeld (P48 = 24.5).
- Indien P48 = 24 : de ontheffingen van de instelpunten worden niet in het geheugen onthouden bij terugkeer in de stand-by
stand . De huidige snelheid van de ventilator wordt niet opgeslagen en keert terug naar AUTO.
- Indien P48 = 24.5 : de ontheffingen van de instelpunten worden in het geheugen onthouden bij alle werkstanden. De huidige
snelheid van de ventilator wordt niet opgeslagen en keert terug naar AUTO.
■ Door de stand-by toets geactiveerde werkstand
In functie van de parameter P47, kan door het drukken op de stand-by toets worden omgeschakeld tussen comfort en vorstbeveiliging
of tussen comfort en spaarstand of tussen comfort en stand-by.
In alle gevallen behoudt de beheercentrale de mogelijkheid elk van deze werkstanden te kiezen
■ Begrenzing van de werking van de elektrische batterij in functie van de buitentemperatuur
De regelaar kan de werking van de elektrische batterij beperken in functie van de buitentemperatuur als de comforttemperatuur is bereikt.
Hiertoe moet de basisbuitentemperatuur (P62) worden ingevoerd, de laagste temperatuur die minstens 5 keer kan optreden tijdens
een normale winter.
De informatie van de buitentemperatuur moet komen van het GBS via de KNX-bus.
■ Beheer van de warmtewisselbatterijen
De parameter P67 geeft aan de regelaar aan of er een vloeistofbatterij en elektrische batterij is, een of meer alleen vloeistofbatterijen
of alleen een elektrische batterij.
Sommige beheercentrales wijzigen deze parameter om het gebruik van bepaalde batterijen te verbieden in functie van externe
gebeurtenissen (thermodynamische groep uit, noodzaak van elektrische energiebesparing, enz.).
Om beter te kunnen begrijpen wat er gebeurt, toont diagnose d13 de waarde van P67 en d12 geeft de actuele staat na eventuele
werkzaamheden aan de beheercentrale aan. In functie van de instelling van P67 en van de vraag van de beheercentrale (zie d12),
bepaalt de regelaar of er elektrische en vloeistofbatterijen zijn
V3000 KNX
NL-16

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave