8 - METEN VAN DE WATERTEMPERATUUR
■ Parameters P27, P28
Diagnose d11, d12
De ventilatorconvectoren met 2 buizen warm/koud kunnen een sensor hebben voor het meten van de watertemperatuur (of change-
over sensor). Hij moet door de installateur voor de 4-weg klep worden geplaatst (aan de kant van het watercircuit). Hij wordt met
slangklemmen op de leiding bevestigd.
Plaats en werking van de change-over sensor
Montageklem
■ Algoritme van de werking van de change-over:
■ Als de change-over sensor een watertemperatuur meet die 7 °C (P27 regelbaar) hoger is dan de kamertemperatuur, wordt het
water als warm beschouwd.
■ Als de change-over sensor een watertemperatuur meet die 4 °C (P28 regelbaar) lager is dan de kamertemperatuur, wordt het
water beschouwd als koud.
■ Als de change-over sensor een watertemperatuur meet die tussen deze twee waarden is, wordt het water als neutraal beschouwd.
■ Werking van de change-over met water op neutrale temperatuur:
In deze situatie en als de regelaar nodig is, start de V3000 elke 45 minuten een testcyclus op de klep om de beschikbare watertemperatuur
voor het netwerk te controleren (100% openen van de klep om watercirculatie in de batterij van de terminalunit toe te laten ).
■ Als deze temperatuur niet varieert, verandert de status van de V3000 niet.
■ Als deze temperatuur varieert en terugkeert naar de hiervoor beschreven omstandigheden, staat de V3000 opnieuw zijn
regelcyclus toe.
Let op: de omschakelsensor meet de contacttemperatuur van de leidingen. Er is altijd een verschil tussen de
werkelijke watertemperatuur en deze contacttemperatuur. Er moet voldoende watercirculatie zijn om het
omschakelen te kunnen garanderen.
■ Voor P31 = 1, als niets is aangesloten op de aansluitingen S2 en C, dan neemt de regelaar aan dat het water
dat in de batterij circuleert nog steeds koud is. Als een shunt is gemonteerd tussen deze aansluitingen, dan
neemt de thermostaat aan dat het water in de batterij altijd warm is.
■ Voor P31 = 2, wacht de regelaar op de waarde van de temperatuur van hert water uit de beheercentrale om te
kunnen beginnen met verwarmen of koelen (als geen waarde wordt ontvangen, start het regelprogramma voor
het verwarmen of koelen niet op en verschijnt het alarm E11.
Diagnose d11 :
■ Als de regelaar werkt met de change-over sensor bekabeld op S2 en C, geeft d11 de door deze sonde gemeten temperatuur aan.
■ Als de regelaar werkt met een open/dicht contact bekabeld op S2 en C of met een de change-over informatie van een centrale
- d11 geeft 127 °C aan als D2/C is overbrugd of centrale change-over = warm water.
- d11 geeft -72 °C aan als D2/C niet is overbrugd of centrale change-over = koud water.
Diagnose d12 :
Sommige beheercentrales kunnen de werking van de verwarming of de koeling tijdelijk verbieden.
Met diagnose d12 kan men de actuele autorisaties zien.
De vorstbeveiliging is verzekerd, zelfs als geen enkele autorisatie voor verwarming door de supervisie is geactiveerd.
Zeer belangrijk: de sensor moet zijn geplaatst op de waterintredeleiding. Deze moet op de leiding worden
gemonteerd voor de isolatie ervan.
Sensoradapter
Sensor
Wateraanvoerl
Isolatiemateriaal
eiding
3-weg waterregelventiel
met ingebouwde bypass
(ook wel 4-weg
waterregelventiel
genoemd)
Sensor
NL-15
Motor van het
waterregelventiel
V3000 KNX