De instelschijf van de drukschakelaar HD lang-
zaam verdraaien tot de drukbewaking ingrijpt.
De ketel vergrendelt en de signaallamp 'max-
gasdruk' brandt. De installatie ontgrendelen d.m.v.
de ontgrendeldrukknop (DK). Hierna de brander
druk weer op de vereiste waarde instellen.
c. Stel de max. gasdrukschakelaar (te hoge start-
belasting) HD-start als volgt af:
Sluit een drukmeter aan op het meetpunt HD-
start. Deze schakelaar is functioneel vanaf het
moment openen aansteekgasklep MK tot het
moment sluiten aansteekgasklep MK.
Stel de gasdrukschakelaar HD-start in op 4,9
mbar.
Door de ketel op vollast te laten starten i.p.v. op
deellast, wordt bewerkstelligd, dat de drukbewa-
king ingrijpt. De ketel vergrendelt en de signaal-
lamp 'lage vlamstart' brandt. Het juiste uitschakel-
punt kan door een drukmeter gecontroleerd wor-
den. De installatie ontgrendelen d.m.v. de ont-
grendelknop (DK).
14. De werking van de niveaubeveiliging controleren
door:
a. De elektrische aansluiting van de elektrode in de
schakelkast los te nemen (klem E).
Controle op het waterniveau.
b. Een doorverbinding te maken tussen de elektrode
(klem E) en aarde (
Controle op de kortsluitvastheid.
In beide situaties vergrendelt de niveaubeveili-
gingsautomaat. Ontgrendel in dit geval de niveau-
beveiligingsautomaat in de schakelkast (rode
knop indrukken).
).
15. Controleer de werking van beveiligingsautomaat en
de sluittijd van de beveiligingsafsluiters door de vlam-
beveiliging tijdens bedrijf los te nemen. De beveili-
gingsautomaat vergrendelt en de beveiligingsaf-
sluiters sluiten. Ontgrendel in dit geval de beveili-
gingsautomaat d.m.v. de ontgrendeldrukknop (DK).
16. De gaslekbeveiligingsapparatuur testen door de druk-
meetnippel tussen de beveiligingsafsluiters VA1 en
VA2 tijdens het pompen open te draaien. De gaslek-
beveiligingsautomaat gaat in vergrendeling en de sig-
naallamp 'gasslotlekkage' brandt. De installatie ont-
grendelen d.m.v. de ontgrendeldrukknop (DK).
17. Controleer de werking van de terugslagbeveiliging.
Bij het aanspreken van deze terugslagbeveiliging
dient de gastoevoer te worden geblokkeerd.
11.3.4 Uit bedrijf nemen
1. Schakel de ketelregeling uit.
Opm.: Denk aan bevriezingsgevaar.
2. Sluit de gashoofdkraan.
3. Schakel de elektrische voeding van de ketel uit.
27