Afbeelding
7.4.
Beeldschermresolutie
Wanneer u in het Windows hulpprogramma Configuratiescherm, Vormgeving en
persoon-lijke instellingen omschakelt naar een afwijkende instelling, is het mo-
gelijk dat het scherm niet op het volledige beeldschermoppervlak wordt weerge-
geven. Door de vergroting worden in het bijzonder letters vervormd weergegeven.
Het is echter mogelijk om met een hogere resolutie te werken wanneer u een ex-
tern beeldscherm met hogere resolutie aansluit. Met het Windows hulpprogramma
Configuratiescherm, Vormgeving en persoonlijke instellingen kan de weergave
aan de ondersteunde modi worden aangepast.
Opdracht
met de vinger in alle
richtingen vegen
Aangetipt houden
Aantippen / tweemaal
aantippen
Met een vinger kunt u het be-
eldscherm naar omhoog,
omlaag, links en rechts ver-
plaatsen.
Om een app-tegel te verplaat-
sen, houdt u deze aangetipt
en sleept u hem naar zijn ni-
euwe plaats.
Om een actieve app af te
sluiten, houdt u de boven-
kant van de app aangetipt en
sleept u de app naar de on-
derkant van het beeldscherm.
Om een app te starten, tipt u
de gewenste app aan.
In de bureaubladmodus tipt u
tweemaal een toepassing aan
om deze op te starten.
31 van 72