SmartHandle 3062
10.14 Opslagmodus (G1)
10.15 Freezemodus (G2)
10.16 DoorMonitoring-functie
10.16.1 Eigenschappen sluitelement: Configuratie/gegevens: DoorMonitoring
(Manual)
OPMERKING
Bij gebruik van deze configuratie is het openen van de cilinder met de trans-
ponder niet meer mogelijk!
Een exacte beschrijving is in het manual "SmartRelais" te vinden.
Om batterijcapaciteit te sparen, worden alle SmartHandles G1 geleverd in
de opslagmodus. In deze modus kan de SmartHandle door geen enkele
transponder bediend worden. Door de eerste programmering wordt de
opslagmodus opgeheven. Het is eveneens mogelijk om de opslagmodus
handmatig met de programmeersoftware te verwijderen of een
sluitschema aan te maken.
Wanneer het tweede alarmniveau van de batterij genegeerd wordt,
schakelt de SmartHandle automatisch naar de Freezemodus. Vanaf dit
alarmniveau kan de SmartHandle alleen nog maar met een G2-
identificatiemedium voor de batterijvervanging worden bediend. De
Freezemodus voorkomt dat de batterijen volledig leeg raken, zodat het
sluitelement nog één keer geopend kan worden.
Voer de volgende instellingen uit om de DoorMonitoring-functie te
configureren en te laten weergeven:
SmartHandle
Via de button "Monitoring configuratie" in de registerkaart "Configuratie/
gegevens" van het sluitelement kunnen de DoorMonitoring-functies van de
SmartHandle geconfigureerd worden.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de SmartHandle over DM
beschikt en deze in de LSM Software ook meteen als "G2 DoorMonitoring
SmartHandle" is aangelegd!
10. Configuratie
160 / 197