5. VOORBEREIDING VOOR DE METINGEN
5-1 CONTROLE VAN DE BATTERIJSPANNING
Plaats de functieschakelaar op om het even welke positie behalve op 'OFF'.
Wanneer het display oplicht zonder dat "
verdergaan met de meting.
Wanneer het display niet oplicht of indien "
eerst de batterijen zoals beschreven wordt in hoofdstuk 8.
De sluimerfunctie zorgt ervoor dat het toestel na een bepaalde tijdspanne van
inactiviteit automatisch wordt uitgeschakeld. Daarom kan het voorkomen dat
het display niet oplicht terwijl de functietoets toch op een bepaalde functie
werd ingesteld (uitgez." OFF").
Om het toestel in dit geval te doen werken, plaatst u de schakelaar terug
in de "OFF" positie en vervolgens in de gewenste positie of drukt u op een
willekeurige knop. Als het display nog steeds niet oplicht dan zijn de batterijen
uitgeput en moeten ze vervangen worden.
5-2 CONTROLE VAN DE SCHAKELAARINSTELLING
Zorg ervoor dat de functieschakelaar in de correcte positie staat, dat het
toestel in de correcte modus staat en dat de data hold toets niet geactiveerd
is, anders kan de gewenste meting niet gedaan worden.
6. METING
6.1 DC STROOMMETING
● Doe geen metingen op een stroomcircuit van meer dan 1000V DC; dit kan
een elektrische schok veroorzaken.
● Doe geen metingen wanneer het deksel van het batterijvakje verwijderd is.
● Doe geen stroommetingen wanneer de testsnoeren met het toestel
verbonden zijn.
BATT
BATT
OPMERKING
GEVAAR
— 28 —
" verschijnt, kan u
" verschijnt, vervang dan