10 Foutopsporing
De volgende fouten mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden:
Code
Oorzaak
Fout op de frequentieomvormer van de buitenunit
19
Algemene fouten
19.1
Stroomopname inverter te hoog
19.2
Stroomopname inverter te hoog
19.3
Stroomopname inverter te hoog
19.4
Stroomopname inverter te hoog
19.5
Fase ontbreekt
19.6
Verkeerd draaiveld
19.8
Koelbedrijf:
20
warmtewisselaar buitenunit oververhit
Inverter oververhit
20.1
Temperatuur aan de voeler (HST) hoger dan
80°C
Compressor is uitgeschakeld door oververhitting
20.2
van de inverter
Informatiestatus ontdooiproces
21
Manueel ontdooiproces geactiveerd HMI
21.1
(weergave buitenunit)
Manueel ontdooiproces geactiveerd via M2L
21.2
(PC-software)
Manueel ontdooiproces geactiveerd via WWP-
21.3
SG
Automatisch ontdooiproces OCT
21.4
Automatisch ontdooiproces OCT
21.5
Automatisch ontdooiproces OCT
21.6
Automatisch ontdooiproces OMT
21.7
Automatisch ontdooiproces OMT
21.8
Compressor oververhit
22
22.1
Stroomopname van de compressor te hoog
23
Algemene fouten
23.1
Overstroom aan de inverter
23.2
Overstroom aan de compressor
23.3
AC overstroom
23.4
DC overstroom
23.5
Ventilator loopt niet
24
Ventilator geblokkeerd door ijs
Bovenste ventilator defect
24.1
Onderste ventilator defect
24.2
Compressor geblokkeerd
26
Onbekende inverterfout
26.1
Inverter herkent compressor niet
26.2
83327907 2/2023-09 Ch
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Lucht/water-warmtepomp Splitblock® WSB 6 ... 10-A-RME-I
108-136
Oplossing
Spanningstoevoer controleren:
Eenfasig toestel: polariteit controleren
Driefasig toestel: rechtsdraaiveld
Spanningstoevoer minstens 3 minuten
onderbreken.
De inverter wordt gekoeld door de luchttoevoer
van de ventilator. De temperatuurvoeler (HST) is
geplaatst aan de koelvinnen van de inverter.
Ventilator controleren.
Luchttoevoerbereik naar de schakelkast
controleren.
Evt. koelvinnen reinigen.
Ontdooiproces werd geactiveerd.
Koudekring controleren (gebrek aan
koelmiddel, vreemde gassen).
Weerstanden van de compressor controleren.
Installatie bereikt haar vermogens- en
werkingsgrens.
Werkingstoestand controleren.
Wikkelingen van de compressor controleren.
Koelkring controleren.
Werking van het expansieventiel controleren.
Ventilator controleren, evt. vervangen.
Compressor controleren, evt. vervangen.