Advertenties
De volgende fouten mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden:
Code
Oorzaak
DC over- of onderspanning
14
DC onderspanning
14.1
DC overspanning
14.2
AC over- of onderspanning
15
Algemene fouten
15.1
AC onderspanning
15.2
AC overspanning
15.3
Frequentie buiten het toegelaten bereik
15.4
Binnenunit niet compatibel met buitenunit.
16
16.1
DIP-schakelaar op printplaat van de buitenunit
16.2
verkeerd ingesteld
DIP-schakelaar op printplaat van de buitenunit
16.3
verkeerd ingesteld
DIP-schakelaar op printplaat van de buitenunit
16.4
verkeerd ingesteld
Communicatiefout
17
Veiligheidsafschakeling van de compressor
18
Installatie bereikt vermogens- en
werkingsgrens
83327907 2/2023-09 Ch
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Lucht/water-warmtepomp Splitblock® WSB 6 ... 10-A-RME-I
107-136
Oplossing
Inverter herkent over- en onderspanning na
onderbreking van de stroomtoevoer.
Spanningstoevoer controleren.
Spanningstoevoer meermaals voor minstens
3 minuten onderbreken.
Ervoor zorgen dat de spanningstoevoer
continu aanwezig is.
Controleren of de N-leider aangesloten is.
Inverter herkent over- en onderspanning na
onderbreking van de stroomtoevoer.
Spanningstoevoer controleren.
Spanningstoevoer meermaals voor minstens
3 minuten onderbreken.
Ervoor zorgen dat de spanningstoevoer
continu aanwezig is.
Controleren of de N-leider aangesloten is.
Type controleren.
DIP-schakelaar instellen, daarbij sticker in acht
nemen.
DIP-schakelaar instellen, daarbij sticker in acht
nemen.
DIP-schakelaar instellen, daarbij sticker in acht
nemen.
Spanningstoevoer buitenunit controleren.
Bus-leiding controleren:
mag niet gedraaid zijn (polariteit
controleren)
Bus-spanning controleren.
6 V DC ± 1 V DC
Als de nodige bus-spanning niet aanwezig is:
Bus-leiding van de buitenunit loskoppelen en
spanning aan de bus-aansluiting van de
buitenunit controleren.
12 V DC ± 1 V DC
Evt. wanneer deze spanning niet aanwezig is,
controlebox op de buitenunit vervangen.
Als de spanning 12 V DC ± 1 V DC aanwezig is:
Bus-leiding terug aan de buitenunit aansluiten.
Bus-leiding van de binnenunit loskoppelen en
spanning aan de bus-aansluiting van de
binnenunit controleren.
Als er geen 12 V DC ± 1 V DC aanwezig is:
Bus-leiding vervangen.
Werkingsomstandigheden controleren.
10 Foutopsporing
Advertenties
