NL Gebruiksaanwijzing
9 AUTOALIGN
9.1 Functie AUTOALIGN
Bij de functie AUTOALIGN stuurt de COMMANDER 2 HVA het laserniveau
van de PRIMUS 2 HVA zodanig aan, dat de laserstraal automatisch op de nul-
markering van de COMMANDER 2 HVA wordt uitgelijnd. Bij AUTOALIGN
single wordt de laserstraal vast op de nulmarkering van de COMMANDER
2 HVA vastgezet, hetgeen wil zeggen dat het laserniveau niet meer wordt
bewaakt. Bij AUTOALIGN permanent volgt de laserstraal de nulmarkering van
de COMMANDER 2 HVA voortdurend, hetgeen wil zeggen dat het laserni-
veau permanent wordt bewaakt.
AUTOALIGN
De Y-as van de PRIMUS 2 HVA wordt op de
nulmarkering van de COMMANDER 2 HVA
uitgelijnd.
In de horizontale opstelling moet de COMMANDER 2 HVA in de richting van de
Y-as staan.
OPMERKING
In de verticale opstelling moet de COMMANDER 2 HVA in de richting van de
X-as staan.
AUTOALIGN werkt in een hoekgebied van +/-5°.
AUTOALIGN werkt binnen een afstand van max. 50 m.
in horizontale opstelling
±5%
< 50m
in verticale opstelling
< 50m
±5%
De X-as van de PRIMUS 2 HVA wordt op de
nulmarkering van de COMMANDER 2 HVA
uitgelijnd.
93