NL Gebruiksaanwijzing
7 Laser inschakelen
Na inschakeling wordt de laser standaard in de werkingswijze AUTOMAAT en
de modus ROTATIE gestart.
Ondanks een zorgvuldige opbouw kunnen door externe invloeden en hevige trillin-
OPMERKING
gen in de werkingswijze AUTOMAAT op het display van de laser waarschuwingen of
foutmeldingen verschijnen. Zie hoofdstuk 16 voor een beschrijving en bijbehorende
maatregelen.
7.1 Werkingswijze AUTOMAAT
In de werkingswijze AUTOMAAT wordt de laser automatisch waterpas gezet
binnen een bereik van ±5° en compenseert kleine trillingen. Indien de laser
verticaal gemonteerd/opgesteld is, wordt dit herkend door de ingebouwde
positiesensor.
HVA
Laser inschakelen
Nadat het laserapparaat waterpas is uitgelijnd, kan de laser binnen een pe-
riode van 30 seconden, bijv. m.b.v. een krukstatief op de defi nitieve hoogte
worden gebracht.
Na 30 seconden wordt de functie TILT-alarm ingeschakeld. Als de laser om-
hoog beweegt, wordt de waarschuwing C01 geactiveerd. Zie hoofdstuk 16
voor een beschrijving en bijbehorende maatregelen.
De werkingswijze AUTOMAAT is actief. De volgende functies kunnen worden
opgeroepen:
Met de toets
Met de toets
Met de toets
Met de toets
Alleen mogelijk bij een verticaal gemonteerde/geplaatste laser.
De werkingswijze met de toets
Laser wordt waterpas
uitgelijnd
naar de werkingswijze MANUEEL (hoofdstuk 7.2) wisselen.
de functie VARIABEL TOERENTAL (hoofdstuk 8.1) oproepen.
de functie SCANNING (hoofdstuk 8.2) oproepen.
de functie X-as ONDER HOEK (hoofdstuk 8.3) oproepen.
beëindigen en de laser uitschakelen.
HVA
Nadat het apparaat waterpas is gezet en het
knipperende symbool is gedoofd, is de laser
actief
89