Inhoudsopgave
Advertenties
/ / FDS-DUBBELWORMPOMPEN / / /
3. Pomp en zuigleiding tot aan de bovenkant van de pomp
vullen met pompvloeistof. Eventueel aanwezige luchtbellen
laten ontsnappen.
4. Alleen bij pompen met sper- of koelvloeistof:
Benodigde sperdruk controleren. Maximale sperdruk, zie
informatie op het gegevensblad in de bijgevoegde
documenten.
5. Motor inschakelen.
7.3
Werking observeren
Tijdens bedrijf van de pomp moeten de volgende
veiligheidsinstructies in acht worden genomen:
Vreemde voorwerpen in de pompvloeistof
Blokkeren van de verdringer en afschuiven van de as.
Sluit vreemde voorwerpen in de pompvloeistof uit.
– Stroombegrenzing als beveiliging voorzien op de
tandwielmotor.
Abrupt sluiten van de kleppen in de drukleiding
Beschadiging van de installatie door overdruk mogelijk.
Sluit de klep in de drukleiding tijdens bedrijf niet abrupt of
voor langere tijd.
Plotseling afkoelen van de pomp
Spanningsscheuren in de pomp.
– De pomp niet in één klap afkoelen.
Cavitatie en droogloop van de pomp
Beschadiging van de asafdichting.
– Veiligstellen dat de kleppen aan zuigzijde tijdens bedrijf
open zijn.
7.4
Bedrijf beëindigen
1. Motor uitschakelen.
2. Klep in de zuigleiding sluiten om leegloop van de pomp te
voorkomen.
3. Klep in de drukleiding sluiten.
14
7.5
Pomp buiten bedrijf stellen
1. Motor uitschakelen.
2. Klep in de zuigleiding sluiten.
3. Klep in de drukleiding sluiten.
4. Pomp spanningsvrij schakelen.
5. Pomp legen.
6. Pomp reinigen zoals beschreven in Hoofdstuk 6.9 „Reiniging",
pagina 13.
7. Pomp drogen.
8. Binnenruimte van de pomp beschermen tegen vocht, bijv.
met silicagel.
9. De buisaansluitingen afsluiten met deksels om het
binnendringen van vuil en vreemde voorwerpen te
voorkomen.
10. Overige handelingen, zie Hoofdstuk 5 „Opslag", pagina 10.
8 Reiniging tijdens bedrijf
8.1
CIP-methode
De FDS-dubbelwormpompen zijn geschikt voor de
CIP-methode (Cleaning In Place). De volgende richtwaarden
zijn van toepassing bij de CIP-methode:
Voorbeeld van een reinigingsprocedure
1. Voorspoelen met water.
2. Loogspoeling met natronloog (NaOH, zie Tabel 5
„CIP-reiniging", pagina 14).
3. Tussentijds spoelen met water.
4. Zuurspoeling met salpeterzuur (HNO
„CIP-reiniging", pagina 14).
5. Schoonspoelen met water.
De differentiaaldruk van de pomp moet 2 tot 3 bar bedragen
om voldoende stroomsnelheid in de pomp te bereiken.
Medium
NaOH (ca. 1% tot 2%)
HNO
(ca. 1%)
3
Tabel 5 CIP-reiniging
Bij afwijkende waarden moet u contact opnemen met Fristam.
8.1.1
CIP-temperaturen
– max. temperatuurschok 65K
– bij grotere temperatuurveranderingen moeten de volgende
waarden worden aangehouden:
zie Tabel 5
,
3
Procestemperatuur [°C]
80 tot 85
60 tot 65
Advertenties
Inhoudsopgave
