Anderson Greenwood Serie 9300 pilootgeStuurde overdrukklep
Handleiding voor installatie en onderHoud
1.5 MAAt/drukBereIken vAn serIe 9300 vACuüM/overdrukkleppen
Materialen
Zachte onderdelen van de hoofdafsluiter
Zachte onderdelen van de piloot
Bereik insteldruk
vacuümbereik
procestemperatuur
doorlaat
Blowdown - (vast of variabel)
1.6 Basistypen piloot voor de
9300-hoofdafsluiter
1.6.1 Piloot van de Type 91
de piloot van de type 91 is ontworpen voor
specifieke toepassingen waarbij alleen Fep-
membranen niet robuust genoeg waren en
premium afdichtingen vereist waren voor
supercryogene vloeistoffen. Het ontwerp van de
piloot van de Serie 91 bestaat uit roestvast staal
(rvS) en ptFe-membranen die uitzonderlijke
prestaties leveren voor moeilijk te bewaren
cryogene vloeistoffen.
1.6.2 Piloot van de Type 93
type 93 is een pilootgestuurde overdrukklep
ontworpen met elastomeren zittingen en
afdichtingen, en constructiematerialen van
aluminium (Al), koolstofstaal (CS) en roestvast
staal (rvS). deze constructiematerialen zijn
geschikt voor de meeste toepassingen voor
gasleidingen en chemische tanks. de piloot
van de Serie 93 kan op iedere willekeurige
afsluiter van de 9000-serie worden gebruikt,
met uitzondering van een gecombineerde
9000-afsluiter groter dan 6".
1.6.3 Piloot van de Type 93T
type 93t stamt af van type 93 en is specifiek
ontworpen voor cryogene en chemische
toepassingen waarbij een elastomeren
afdichting niet voldeed.
1.6.4 Type 400B
type 400B wordt gebruikt met een combinatie
van gewichtbelaste vacuümkleppen en
overdrukkleppen van 8", 10" en 12", waarbij
een snelle ontluchting van membranen met
dubbele kamers vereist is om de hoofdafsluiter
te openen.
2 hooFdAFsluIter
2.1 Algemeen onderhoud van de hoofdafsluiter
Aangezien de afsluiter van de Serie 9300 kan
worden gebruikt als alleen een overdrukklep,
alleen een vacuümklep of een vacuüm-/
overdrukklep heeft de afsluiter een modulair
ontwerp. de standaardeenheid met enkel
membraan zal werken onder druk en
vacuüm, maar voor het opengaan onder
een zeer laag vacuüm is gebruik van een
hulpmembraankamer vereist. de afsluiter
kan ook in modules worden gerepareerd. de
Al, Cs, rvs
ptFe membraanzitting en afdichtingen
elastomeer of alle zachte onderdelen van ptFe
4" wc tot 50 psig (9.9 mbarg tot 3.45 barg)
-1.73" wc tot -14.7 psig (-4.3 mbarg tot -1.01 barg)
-196°C tot 93°C (-320°F tot 200°F)
2" tot 12"
zitting kan worden vervangen zonder dat de
membraankappen volledig hoeven te worden
gedemonteerd. indien nodig, kunnen selectieve
reparaties worden uitgevoerd.
Het is aan te raden om vóór demontage van
de hoofdafsluiter of piloot de plaats van de
piloot en de richting van de membraankappen,
draadbouten en draagbalken op het huis van
de hoofdafsluiter te markeren. op die manier
kunnen de onderdelen tijdens hermontage juist
worden uitgelijnd en teruggeplaatst.
om te voorkomen dat onderdelen worden
verwisseld, wordt aangeraden om de
hoofdafsluiter en de piloot in etappes te
repareren. de instructies voor onderhoud en/
of vervanging van het membraan, de nozzle en
de zitting worden daarom afzonderlijk van de
instructies voor de piloot geleverd.
2.2 demontage van het membraan met enkele
kamer van de hoofdafsluiter (zie figuur 1)
1. verwijder de piloot (als eenheid) en het
leidingwerk van de membraankap. leg deze
weg.
opmerking: plaats de samenstelling van
het leidingwerk en de kap dusdanig dat de
gemarkeerde richting overeenkomt met
die op het huis. dit maakt de hermontage
makkelijker.
2. Schroef de bouten van de kap (700/710) los
en verwijder de bovenste membraankap (210).
3. verwijder bij afsluiters van 2" t/m 4" de
membraansamenstelling, de onderste kap
(280), de as (320) en de samenstelling van de
zittingplaat uit het huis van de hoofdafsluiter
(100).
4. verwijder bij afsluiters van 6" en groter de
samenstelling van de zittingplaat uit de as
(320), voordat de membraansamenstelling,
de onderste kap (280) en de as (320) worden
verwijderd. draai de samenstelling van de
membraanplaat tegen de klok in en houd
de samenstelling van de zittingplaat stil tot
de as (320) vrij is van de naaf (420) van de
zitting. de samenstelling van de zittingplaat
zou dan op nozzle (460) moeten rusten.
5. verwijder bij afsluiters van 6" en groter de
membraansamenstelling en as (320) uit
onderste kap (280). verwijder vervolgens de
onderste kap uit het huis (100).
6. Neem bij afsluiters van 6" en groter de
samenstelling van de zittingplaat uit het
huis (100).
wAArsChuwInG
Zorg er tijdens het verwijderen van de
samenstelling van de zittingplaat voor dat de
nozzle (460) niet beschadigd raakt.
7. Schroef de samenstelling van de zittingplaat
tegen de klok in uit de hoofdas (320). dit kan
normaalgesproken met de hand gedaan
worden, maar de naaf (420) van de zitting is
voorzien van een sleutelvlak van 14.3 mm
(
"). de verbindingsdraad zal loskomen,
/
9
16
aantrekken en weer loskomen, naarmate
deze loskomt van een schroefdraadspoel
(330) in de verticale as (320). Hierdoor
kunnen de samenstelling van de zittingplaat,
de membraansamenstelling en de onderste
kap (280) uit elkaar worden gehaald.
8. Houd de as (320) stil en verwijder
de tegenmoer (520) uit de
membraansamenstelling. verwijder
de membranen (170, 175, 950, 960), de
sluitringen (580, 590, 600), de pakkingen
(620), de platen (150, 160), en de onderste
kap (280) (als eenheid) uit de as (320).
3