Anderson Greenwood Serie 9300 pilootgeStuurde overdrukklep
Handleiding voor installatie en onderHoud
7. Monteer de spoel (36) met spil (24) in het
huis (1). plaats de spoel (36) zo dat deze
vastgrijpt in de antirotatiepen (21).
8. Monteer een pakking (15) voor
de membraankap op de onderste
membraankap (2) en de steunplaat (14) van
het feedbackmembraan.
opmerking: monteer de steunplaat (14)
met de ronde rand naar boven en naar het
feedbackmembraan (38) gericht.
9. Monteer de volgende onderdelen in de
onderstaande volgorde op de spoel (36):
a. Steunplaat (14) van feedbackmembraan
b. pakking (15)
c. Feedbackmembraan (38)
d. Membraan (19)
e. lantaarnring (35)
f.
pakking (15)
g. detectiemembraan (34)
h. detectieplaat (33)
opmerking: monteer de detectieplaat (33)
met de ronde rand naar het
detectiemembraan (34) gericht.
i.
plaats de o-ring -022 (18) om de spil.
Breng op gevoel voldoende smeermiddel
aan op de o-ring.
10. Schroef de draadbouten (43) van
de veerkap samenstelling door de bovenste
membraankap (3). Monteer de bovenste
membraankap (3), bouten (13, 48), sluitringen
(16, 50) en moeren (17, 49) van de kast.
11. Monteer de spilveer (3) en de borgmoer (30)
van de spoel. Smeer de schuine zijde van
de moer met dow Corning 33 en gebruik
Fluorolube op de schroefdraden. druk
met een phillips-schroevendraaier de
borgmoer (30) van de spoel omlaag om de
antirotatiepen (21) in te schakelen en haal
de moer met een steeksleutel van ½" aan
tot 13.6 Nm.
opmerking: niet te ver aanhalen; dit kan
leiden tot beschadiging van de membranen.
12. test van tevoren de werking van
de piloot door de druk op de spil-/
membraansamenstelling te verlagen. de
spilveer zou de samenstelling weer omhoog
moeten brengen. demonteer de piloot en
controleer de samenstelling opnieuw als
de samenstelling niet weer omhoog wordt
gebracht.
13. Monteer de veer (9), de veerring (8), de
pakking (12) van de veerkap samenstelling
en de veerkap samenstelling (4) op de
bovenste membraankap (3). Monteer de
sluitringen (10, 53) en moeren (11) van de
veerkap samenstelling en haal deze aan.
14. Monteer drukinstelschroef (6), de borgmoer
(7) en de kap (5).
de piloot kan nu worden getest.
3.3 demontage van de piloot voor stromende,
modulerende piloten of momentpiloten
(serie 91, 93 en 93t) (zie figuren 9 t/m 13)
de demontage-instructies van de piloot en
de zachte onderdelen verschillen afhankelijk
van het type piloot. let vooral op de richting
van de onderdelen en materialen. Alle zachte
onderdelen van de 93t-piloot, inclusief
membranen, zijn van ptFe en de maximale
insteldruk bedraagt 15 psig. de 91-piloot heeft
zachte onderdelen van ptFe met membranen
van roestvast staal (rvS), Hastelloy
en de insteldruk loopt uiteen van 16 psig tot
50 psig. de 93-piloot verschilt in zoverre van de
93t- en de 91-piloot dat deze een elastomeren
zitting, afdichtingen en membranen heeft.
1. verwijder de kap (760) en de stelschroef (790)
en de afdichting (720) van de stelschroef
voor de vacuümpiloot. verwijder de bouten
(770) van de veerkap samenstelling, de
afdichtingen (700) voor de vacuümpiloot, de
veerkap samenstelling (200), de veer (840) en
de veerring (820).
2. draai op piloten van de type 91 en 93t
de fitting (310) op de leiding (320) bij de
verbindingsbout (270) van de leiding los. Zie
detail B. verwijder de verbindingsmoer (300)
van de leiding, de sluitring (290), de onderste
afdichting (590) van de leiding en de houder
(280) van de afdichting. laat deze drie
onderdelen langs de leiding omlaag glijden.
verwijder de verbindingsbout (270) van de
leiding, de bovenste afdichting (590) van de
leiding en de houder (280) van de afdichting.
3. draai op een piloot van de type 93 de
fitting (310) op de leiding (320) bij de
verbindingsbout (270) van de leiding los.
Zie detail B. verwijder de verbindingsmoer
(300) van de leiding, de sluitring (290)
en de onderste afdichting (600) van de
leiding. laat deze drie onderdelen langs
de leiding omlaag glijden. verwijder de
verbindingsbout (270) van de leiding en de
bovenste afdichting (590) van de leiding.
4. verwijder de moeren (260) van de bouten, de
sluitringen (250) en de bouten (240) van de
kast. verwijder de bovenste kap (210).
5. op piloten van de type 91 en 93t. Houd
het zeshoekig tussenstuk (120) vast met
een korte dopsleutel van ¾", waar het
ratelgedeelte uit is geboord en breng een
andere dop aan in het uitgeboorde gat en
draai dit los.
6. verwijder de onderdelen in de onderstaande
volgorde: zeshoekig tussenstuk (120),
detectieplaat (150), bovenste pakking (650),
pakking (650) van de kast van het
detectiemembraan, pakking (680) van de spil,
detectietussenstuk (140), versterkingsplaat
(160), opvulring (230), membraanpakking (620),
pakking (680) van het versterkingsmembraan
(zie figuur 12, detail A).
7. op piloten van de type 93. Houd het
zeshoekig tussenstuk (120) vast met
een korte dopsleutel van ¾", waar het
ratelgedeelte uit is geboord en breng een
andere dop aan in het uitgeboorde gat en
draai dit los.
8. verwijder de onderdelen in de onderstaande
volgorde: zeshoekig tussenstuk (120),
detectieplaat (150), detectiemembraan (510),
bovenste pakking (650), detectietussenstuk
(140), versterkingsplaat (160), opvulring
en ptFe
(230), membraanpakking (620), pakking
®
(510) van het versterkingsmembraan,
versterkingstussenstuk (130), controleplaat
(560) en spilafdichting (660) (zie figuur 12,
detail A).
9. verwijder de leiding (320) uit huis (100) en
de onderste afdichting (590/600(93t)) uit de
leiding (320).
10. verwijder voor een 93t-piloot het
membraan (500) en de pakking (690) van de
spil en de spil-/klepsamenstelling (550) uit
het huis (100).
11. verwijder de membraanplaat (170) en de
pasring(en) (490) van de spil uit de spil-/
zittingsamenstelling (550).
opmerking: pasringen hoeven niet altijd te
zijn gebruikt in de samenstelling (550).
12. Zie detail A. verwijder voor de
zittingsamenstelling van de 93t-piloot de
borgring (430) en de zittinghouder (420) uit
de spil-/klepsamenstelling (550). verwijder
de zitting (570).
16