Inhoudsopgave
Advertenties
Anderson Greenwood Serie 9300 pilootgeStuurde overdrukklep
Handleiding voor installatie en onderHoud
13. verwijder de doorvoerbuis (390) en de
afdichting (630) van de blowdown leiding uit
huis (100).
opmerking: de schroefhouder (380) van de
blowdown leiding zit los op de stelschroef
(350) van de blowdown leiding. Wees gereed
om de schroefhouder te vangen als de
doorvoerbuis (390) uit het huis (100) wordt
verwijderd.
14. Schroef de borgmoer (370) van de schroef
van de blowdown leiding los en verwijder de
stelschroef (350) van de blowdown leiding en
de afdichting (630) uit de doorvoerbuis (390).
15. verwijder het luchtkanaal (800) uit het huis
(100).
opmerking: het filterscherm (400) of de
nozzle (110) hoeven niet uit het huis (100) te
worden verwijderd.
16. reinig alle onderdelen en vervang
alle zachte onderdelen. de spil-/
zittingsamenstelling (550) is in de fabriek
gemonteerd en moet als een eenheid
worden vervangen. de nozzle (110) moet
worden vervangen als deze is bekrast of
anderszins beschadigd. gebruik een diepe
dop om deze te verwijderen.
3.4 Montage van de piloot voor stromende,
modulerende piloten of momentpiloten
(type 91, 93 en 93t)
1. Als de nozzle (110) op piloten van de type
93 en op piloten van de type 91 en 93t
met ptFe-zitting is verwijderd, bevestig de
nozzle (110) dan opnieuw aan het huis (100)
en breng de spil-/zittingsamenstelling (550)
opnieuw aan.
2. Als het filterscherm (400) is verwijderd,
bevestig het filterscherm (400) dan opnieuw
en bevestig het luchtkanaal (800) opnieuw
aan het huis (100).
3. Bevestig de afdichting (620) van de blowdown
leiding opnieuw en monteer de stelschroef
(350) opnieuw aan de doorvoerbuis (390) van
de blowdown leiding, en haal de moer (370)
van de blowdown leiding aan.
opmerking: zorg ervoor dat de
schroefhouder (380) van de blowdown
leiding op de stelschroef (350) van de
blowdown leiding is aangebracht.
4. Bevestig de afdichting (630) van de
doorvoerbuis en de doorvoerbuis (390) van
de blowdown leiding aan het huis (100).
5. plaats de pasring(en) (490), indien nodig, en
het tussenstuk (170) van de spil op de spil-/
zittingsamenstelling (550). plaats vervolgens
de spil-/zittingsamenstelling (550) in het
huis (100).
6. leg een meetlat over het huis (100) en
controleer het gat tussen de meetlat en het
tussenstuk (170) van de spil. voeg, indien
nodig, pasringen (490) toe of verwijder deze
om ervoor te zorgen dat de bovenkant van
het tussenstuk (170) van de spil gelijk komt
met de bovenkant van het huis (100).
7. lijn het kleine gat in de onderste
membraankap (220) uit met het gat in het
membraan (500) van de spil. lijn vervolgens
het gat (500) in het membraan voor de spil
uit met het gat in het huis (100). Monteer de
onderste kap (220), de bouten (340) van het
huis en de boutafdichtingen (610) op het huis
(100) en haal deze aan.
opmerking: op de 91- en 93t-piloten
bevinden zich pakkingen (690) aan beide
zijden van het membraan (500) van de spil
en een plaat (180) van de membraankap
die met gebruik van de spiraalpen (410)
op de onderste kap (220) moeten worden
gemonteerd.
8. Schuif op type 91 en 93t piloten de
zeskantmoer (300), vlakring (290),
afdichtingshouder (280), en de afdichting (590)
op de leiding (320).
Schuif op type 93 piloten de zeskantmoer
(300), vlakring (290), draadafdichting (600)
op de leiding (320). Bevestig vervolgens de
leiding (320) met het verbindingsstuk (330) op
het huis (100).
9. Monteer de onderdelen op piloten van de
Serie 91 en 93t in de onderstaande volgorde:
spilafdichting (660), versterkingstussenstuk
(130), pakking (640) van de membraankap,
versterkingsmembraan (510/520), pakking
van de membraankap (het grotere i. d.-gat
(640), opvulring (230), versterkingsplaat (160),
detectietussenstuk (140), pakking (640) van
de membraankap, detectiemembraan (510),
membraanpakking (het kleinere i.d.- gat)
(640), detectiepakking (670), detectieplaat
(150), zeshoekig tussenstuk (120), veerklep
(830), borgring (780) en tegenmoer (750).
opmerking: zorg ervoor dat het grote gat
in de membranen (510/520) en pakkingen
(Alle nrs. 640) worden uitgelijnd met het
gat (270) in de leiding.
10. Monteer de onderdelen op een piloot
van het type 93 in de onderstaande
volgorde: spilafdichting (660),
controleplaat (met de rubberzijde naar
beneden) (560), versterkingstussenstuk
(130), versterkingsmembraan (510),
membraanpakking (650), opvulring (230),
versterkingsplaat (160), detectietussenstuk
(140), membraanpakking (650),
detectiemembraan (510), detectieplaat (150),
zeskantring (120), veerklep (830), borgring
(780) en tegenmoer (750).
opmerking: zorg ervoor dat het grote gat in
de membranen (510) en pakkingen (Alle nrs.
650) worden uitgelijnd met het gat (270) in de
leiding.
11. Maak de spil (550) en de
membraansamenstelling vast door met een
dopsleutel van ¾" zeskantring (120) vast te
houden en de tegenmoer (750) aan te halen.
12. Monteer de bovenste membraankap (210),
de bouten (240), de sluitringen (250) en de
moeren (260) van de kast en haal deze aan.
13. Monteer de bovenste afdichting (590) van de
leiding (piloot van de Serie 93), de ptFe-
afdichting (590) en de afdichtingshouder
(280) (piloten van de Serie 91 en 93t) en de
verbindingsstuk/bout (270) van de leiding
in het grote gat in de membraankappen
(210, 220). Schuif de onderste afdichting
(600) van de leiding (piloot van het type 93),
de ptFe-afdichting (590) en de
afdichtingshouder (280) (piloten van het
type 91 en 93t), de sluitring (290), de moer
(300) en de verbindingsmoer (310/480)
op de leiding (320) en bevestig deze aan
verbindingsstuk/bout (270) van de leiding.
Haal de fitting (310) op de leiding (320) aan bij
het verbindingsstuk/bout (270) van de leiding.
14. Monteer de veer (840), de veerring (820), de
veerkap samenstelling (200) en de bouten
(770) van de veerkap samenstelling, de
stelschroef (790), de borgmoer (190) en de
kap (760).
opmerking: vergeet niet om bij de
vacuümpiloot de bout (700) van de veerkap
samenstelling, de pakking (580) en de
afdichting (720) van de stelschroef terug te
plaatsen.
17
Advertenties
Inhoudsopgave
