Anderson Greenwood Serie 9300 pilootgeStuurde overdrukklep
Handleiding voor installatie en onderHoud
3.5 Aanpassing van de piloot voor niet-
stromende, modulerende piloten (type 400B)
de piloot kan afzonderlijk van de hoofdafsluiter
worden ingesteld, mits een testsyteem voor
piloten beschikbaar is dat vergelijkbaar
is met het systeem dat in figuur 14 wordt
weergegeven.
3.5.1 Aanpassing van de insteldruk
1. Monteer de pilootgestuurde afsluiter op
het testsysteem voor piloten en bevestig
meetdetectielijnen aan de toevoer- en
dome-verbindingen.
2. verwijder de kap.
3. draai de stelschroef van de insteldruk met
de klok mee tot deze voor 80% tot 90% is
ingedraaid.
4. verhoog de toevoerdruk tot de instelling op
het identificatieplaatje en draai langzaam de
stelschroef naar buiten tot er een stroom
door de uitlaat van de piloot loopt.
5. draai de drukinstelschroef verder naar
buiten tot de dome-druk 70% van de
toevoerdruk bedraagt. lees de meter van
de toevoerdruk af als de dome-druk 70% van
de toevoerdruk heeft bereikt. Als deze lager
is dan de insteldruk, moet de stelschroef
worden aangehaald en als deze hoger is, moet
deze worden losgedraaid. Haal de borgmoer
aan als de gewenste insteldruk is bereikt.
opmerking: pas de insteldruk aan tot
101% ± 1% van de insteldruk op het
identificatieplaatje.
6. laat de pilootgestuurde afsluiter minimaal
5 keer openen en sluiten om zeker te zijn
dat de verlaging van de dome-druk bij
insteldruk consistent is. verhoog de druk
zeer geleidelijk om een accurate lezing
van de breekdruk te verkrijgen en om een
eventuele foutieve werking aan het licht te
brengen.
opmerking: de breekdruk op vacuümpiloten
is de druk, waarbij een eerste verandering in
dome-druk wordt waargenomen.
7. Houd de pilootgestuurde afsluiter op
insteldruk om de dome-druk af te kunnen
lezen.
opmerking: de eerste 6 stappen moeten
volledig zijn voltooid voordat deze stap wordt
uitgevoerd. in modulerende 400B-piloten
neemt de dome-druk evenredig af met de
toename in inlaatdruk.
een volledige verlaging van dome-druk vindt
plaats bijeen overdrukvan ≤ 6%.
8. Controleer de uitlaat van de piloot op
lekkage als de piloot op nul staat tussen
scheur- en hersteldruk.
opmerking: er is een maximale lekkage van
60 bellen per minuut toegestaan.
3.5.2 Hersteldruk
de hersteldruk wordt gedefinieerd als de
toevoerdruk, waarbij de dome-druk 75% van de
toevoerdruk is.
opmerking: aanpassing van de sluitdruk is niet
nodig op piloten van het type 400B.
3.5.3 AAnpAssInGstolerAntIes
druk
tolerantie
insteldruk
± 3%
Breekdruk
98% van de insteldruk
Hersteldruk
96% van de insteldruk
24