5
.
D
5
.
D
E
B
E
D
I
E
N
I
N
G
E
B
E
D
I
E
N
I
N
G
5.1 Het starten en stoppen van de motor
1. Zorg ervoor dat de rijrichtingschakelaar links aan het stuur in de neutraal-stand staat (zie
Figuur 5.1)
Figuur 5.1 | Rijrichtingschakelaar
2. Draai de contactsleutel naar stand "AAN".
Als het goed is, gaat er nu 1 lampje
branden, namelijk dat van de accu.
3. Start de motor niet, draai dan de contactsleutel terug naar "UIT"
-
controleer of de hoofdstekkers van de accu en de motor goed in elkaar zitten
-
kijk of er geen sprake is van kortsluiting of dat er andere gebreken aan de kabels en
de bedrading zijn
-
controleer of de accu is opgeladen
-
controleer of het accuzuur op peil is
Onderneem een nieuwe poging na al dit gecontroleerd te hebben. Start elke nieuwe
poging vanaf stap 1. Wil de motor nog niet aanslaan en heeft u al deze zaken
gecontroleerd en geen gebreken geconstateerd, neem dan contact op met uw dealer.
4. Als u de motor wilt stoppen, zorg dan dat de versnellingspook links aan het stuur in de
vrijstand staat. Zorg er tevens voor dat de vorken van de heftruck op de grond rusten (dit
om de hefcilinders niet onnodig te belasten en om ongelukken te voorkomen) Draai de
contactsleutel naar "UIT".
Let op!: Voor u van de heftruck afstapt, trekt u de handrem aan. Nu is het
veilig om van de heftruck af te stappen.
P
E
P
E
V
A
N
D
E
R
I
N
S
L
V
A
N
D
E
R
I
N
S
L
Gebruikershandleiding Elektro
E
K
T
R
O
E
K
T
R
O
Figuur 5.2 | Het contact
8