Onderhoud elektrisch
systeem
Onderhoud van de
tractie-interlockschakelaar
Ga als volgt te werk als de schakelaar moet worden
afgesteld of worden vervangen.
1.
Zorg ervoor dat de motor is uitgeschakeld.
2.
Verwijder het bedieningspaneel.
3.
Stel de tractiehendel in werking.
Figuur 41
1. Tractiehendel
4.
Maak de bevestigingen van de interlockscha-
kelaar los
(Figuur
5.
Plaats een afstandsring met een dikte van
1,6 mm tussen de tractiehendel en de
interlockschakelaar
6.
Draai de bevestigingen van de interlockscha-
kelaar vast.
7.
Schakel de tractiehendel in en controleer de
tussenruimte. Het normale bereik tijdens gebruik
is 0,76 tot 3,05 mm. Schakel de tractiehendel
in en controleer of er stroom op de schakelaar
staat. Vervang de schakelaar indien nodig.
2. Interlockschakelaar
41).
(Figuur
41).
De interlockschakelaar van
de rem onderhouden
1.
Zorg ervoor dat de motor is uitgeschakeld.
2.
Verwijder het bedieningspaneel.
3.
Schakel de hendel van de bedrijfsrem en de
vergrendeling van de parkeerrem in.
4.
Maak de bevestigingen van de interlockscha-
kelaar los
1. Vergrendeling parkeerrem
g016912
2. Interlockschakelaar
5.
Plaats een afstandsring met een dikte van
1,6 mm tussen de vergrendeling van de
parkeerrem en de interlockschakelaar
42).
6.
Draai de bevestigingen van de interlockschake-
laar vast. Controleer nogmaals de afstand. De
vergrendeling mag geen contact maken met de
schakelaar.
7.
Schakel de remhendel in en draai de grendel.
Controleer of de schakelaar onder stroom staat.
Vervang de schakelaar indien nodig.
31
(Figuur
42).
Figuur 42
3. Hendel van bedrijfsrem
g016913
(Figuur