Communiceren
Bellen
Hier vindt u informatie over het gebruik van de telefoniefuncties,
zoals bellen en gebeld worden, welke opties er tijdens een oproep
beschikbaar zijn en het gebruik van de mogelijkheden die met
bellen samenhangen.
›
Bellen of oproepen beantwoorden
U kunt de knoppen of het aanraakscherm gebruiken wanneer u
belt, oproepen beantwoordt, beëindigt of weigert.
Wanneer u de nabijheidssensor inschakelt, schakelt uw
●
toestel het aanraakscherm automatisch uit en vergrendelt
dit om ongewenste invoer te voorkomen wanneer u het
toestel in de buurt van uw gezicht houdt.
Statische elektriciteit van uw lichaam of kleding kan
●
storing met de nabijheidssensor veroorzaken tijdens een
oproep.
Bellen
1
Open in de standby-stand de lijst met applicaties en
selecteer Telefoon → Toetsen en geef het netnummer en
abonneenummer in.
2
Selecteer
Voor een video-oproep selecteert u
3
Oproep beëindigen om de oproep te beëindigen.
Selecteer
Gebruik de telefoonlijst om nummers op te slaan die u
●
vaak belt.
U kunt snel de oproepenlijst openen om een nummer
●
dat u onlangs hebt gebeld, opnieuw te bellen. Selecteer
daarvoor Telefoon → Logbestanden.
om een spraakoproep te starten.
p. 80
►
Communiceren
43
p. 130
►
.