3
Pas de verbindingsgegevens aan.
Beschikbare opties kunnen verschillen afhankelijk van het
type VPN.
Optie
VPN-naam
VPN-server instellen
Codering
inschakelen
Vooraf gedeelde
IPsec-sleutel
instellen
L2TP geheim
inschakelen
L2TP geheim
instellen
Gebruikerscertificaat
instellen
CA-certificaat
instellen
DNS-zoekdomeinen
4
Wanneer u klaar bent, drukt u op [
Functie
Een naam van de VPN-server ingeven.
Het IP-adres van de proxyserver
ingeven.
Instellen dat de VPN-server wordt
gecodeerd.
Een vooraf gedeelde sleutel ingeven.
Instellen dat het geheime L2TP-
wachtwoord wordt gebruikt.
Het geheime L2TP-wachtwoord
ingeven.
Een gebruikerscertificaat selecteren
waarmee de VPN-server u
identificeert. U kunt certificaten
van de VPN-server importeren of
downloaden van internet.
Een certificeringsinstantie (CA)
selecteren waarmee de VPN-server
u identificeert. U kunt certificaten
van de VPN-server importeren of
downloaden van internet.
Het DNS-adres (Domain Name Server)
ingeven.
] → Opslaan.
Connectiviteit
113