›
De Wi-Fi-functie activeren
Open in de standby-stand de lijst met applicaties en selecteer
Instellingen → Draadloos en netwerk → Wi-Fi-instellingen →
Wi-Fi.
Als de Wi-Fi-functie op de achtergrond wordt uitgevoerd,
wordt ook batterijlading verbruikt. Activeer de functie
daarom alleen wanneer dit nodig is, om de batterij te sparen.
›
Een Wi-Fi-toegangspunt vinden en daarmee
verbinding maken
1
Open in de standby-stand de lijst met applicaties en selecteer
Instellingen → Draadloos en netwerk → Wi-Fi-instellingen.
Het toestel zoekt automatisch naar beschikbare Wi-Fi-
toegangspunten.
2
Selecteer een netwerk bij
3
Geef een wachtwoord voor het netwerk in (indien nodig).
4
Verbind.
Selecteer
›
Handmatig een Wi-Fi-toegangspunt toevoegen
1
Open in de standby-stand de lijst met applicaties en selecteer
Instellingen → Draadloos en netwerk → Wi-Fi-instellingen
→ Wi-Fi-netwerk toevoegen.
2
Geef de SSID voor het netwerk in en selecteer het
beveiligingstype.
3
Stel de beveiligingsinstellingen in, afhankelijk van het
geselecteerde beveiligingstype.
4
Opslaan.
Selecteer
Wi-Fi-netwerken.
Connectiviteit
103