Een ontgrendelings-PIN-code instellen
1
Open in de standby-stand de lijst met applicaties en
selecteer Instellingen → Locatie en beveiliging →
Schermvergrendeling instellen → Geef PIN-code in.
2
Geef een nieuwe PIN-code (numeriek) in en selecteer
Doorgaan.
3
Geef de PIN-code nogmaals in en selecteer
Een ontgrendelingswachtwoord instellen
1
Open in de standby-stand de lijst met applicaties en
selecteer Instellingen → Locatie en beveiliging →
Schermvergrendeling instellen → Wachtwoord.
2
Geef een nieuw wachtwoord (alfanumeriek) in en selecteer
Doorgaan.
3
Geef het wachtwoord nogmaals in en selecteer
›
De SIM- of USIM-kaart vergrendelen
U kunt het toestel vergrendelen door de PIN-code die u bij de SIM-
of USIM-kaart hebt gekregen, te activeren.
1
Open in de standby-stand de lijst met applicaties en
selecteer Instellingen → Locatie en beveiliging → SIM-
kaartvergrendeling instellen → SIM-kaart vergrendelen.
2
Geef uw PIN-code in en selecteer
Als de PIN-blokkering is ingeschakeld, moet u telkens bij het
inschakelen van het toestel de PIN-code ingeven.
Als u te vaak een onjuiste PIN-code ingeeft, wordt de SIM-
●
of USIM-kaart geblokkeerd. In dat geval moet u een PUK-
code (PIN Unlock Key) ingeven om de blokkering van de
SIM- of USIM-kaart op te heffen.
Als u een onjuiste PUK-code voor de SIM- of USIM-kaart
●
ingeeft, moet u de blokkering van de kaart door de
serviceprovider laten opheffen.
OK.
Aan de slag
34
OK.
OK.