Belichting
De procedure voor fotograferen bij de gewenste helderheid (belichting) door
de sluitertijd of de diafragmawaarde in te stellen wordt "belichting bepalen"
genoemd.
Het gevoel van dynamiek en de hoeveelheid onscherpte op de achtergrond op
foto's verschilt, afhankelijk van de combinatie van sluitertijd en
diafragmawaarde, zelfs als de belichting hetzelfde is.
De sluitertijd instellen
In stand k ligt het bereik tussen maximaal 1/4000 tot 8 seconden.
In stand m ligt het bereik tussen maximaal 1/4000 tot 15 seconden.
Zie "Het regelbereik van de sluitertijd" (A56) voor meer informatie.
Sneller dan 1/1000 s
Langzamer dan 1/30 s
De diafragmawaarde instellen
In stand l en m ligt het bereik tussen f/3.3 en f/7.6 (groothoekstand) en
tussen f/6.5 en f/8.2 (telezoomstand).
Groter diafragma (laag f-getal)
Kleiner diafragma (groot f-getal)
f/3.3
f/7.6
C
Diafragmawaarde (F-getal) en zoom
Bij een groot diafragma (laag fgetal) valt er meer licht in de camera, terwijl bij een
klein diafragma (hoog f-getal) minder licht binnenkomt.
De diafragmawaarde van het zoomobjectief van deze camera kan gewijzigd worden,
afhankelijk van de zoomstand. Als gezoomd wordt op de groothoekstand en de
telezoomstand, zijn de diafragmawaarden respectievelijk f/3.3 en f/6.5.
53