Probleem
• Als de camera in de weergavestand staat, drukt u op de
Er wordt geen
• Als menu's worden weergegeven, drukt u op d knop.
foto gemaakt
• De batterij is leeg.
wanneer de
• Als de onderwerpstand is ingesteld op Nachtportret of
ontspanknop
wordt ingedrukt.
• Als het pictogram van het flitserlampje knippert
• Het onderwerp is te dicht bij. Probeer te fotograferen met
• Incorrecte instelling scherpstelstand. Controleer of wijzig
• Er kan moeilijk op het onderwerp worden scherpgesteld.
De camera kan
• Stel AF-hulplicht in het setup-menu in op
niet
scherpstellen.
• Het onderwerp bevindt zich niet binnen het
• De scherpstelstand is ingesteld op E (handmatige
• Zet de camera uit en weer aan.
Gekleurde strepen kunnen verschijnen wanneer
onderwerpen worden gefotografeerd met herhalende
Gekleurde
patronen (zoals zonneschermen); dit is geen storing.
strepen
De gekleurde strepen zijn niet te zien op gemaakte foto's of
verschijnen op de
opgenomen films. Echter, bij gebruik van de standen
monitor bij het
Continu H: 120 bps of HS 480/4× kunnen de gekleurde
fotograferen.
strepen wel te zien zijn op de gemaakte foto's of
opgenomen films.
• Gebruik de flitser.
• Schakel vibratiereductie of bewegingsdetectie in.
De foto's zijn
• Gebruik D (Best Shot Selector) of Continu in het
wazig.
• Gebruik een statief om de camera stevig neer te zetten
Oorzaak/Oplossing
c knop, de ontspanknop of de b (e filmopname)
knop.
Tegenlicht met HDR ingesteld op Uit, zet dan de flitser
omhoog.
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, dan
wordt de flitser geladen.
de onderwerpstand Autom. scènekeuzekn. of Close-
up of de scherpstelstand macro-close-up.
de instelling.
Automatisch.
scherpstelveld op het moment dat de ontspanknop half
wordt ingedrukt.
scherpstelling).
opnamemenu.
(hierbij tegelijkertijd de zelfontspanner gebruiken is nog
effectiever).
A
36
12
26
42, 46,
60
60
43, 44,
65, 66
65, 66
82
95,
E66
34, 73
65, 67
26
–
60
95,
E65,
E66
73
63
F11