6 .2 . S C H A K E L E N - E L E KTR O NI S C H BE KABE LD SYSTE E M (S HI MAN O Di 2)
FIG. 2
LEID DE KABELS DOOR HET FRAME
Leid een kabel van 1400 mm door de ICR-gleuf van het frame en uit het gat van de trapas aan aandrijfzijde.
Leid een kabel van 700 mm vanaf de poort in de liggende achtervork en uit het gat van de trapas aan aandrijfzijde.
Breng een dichtingsring voor achterschakelkabel op de kabel aan en duw deze in de ICR-poort (S1599000054).
De dropper zadelpen kan op twee verschillende manieren worden gemonteerd. Wanneer een standaard zadelpen op een fiets uitgerust met Shimano Di2 wordt aangebracht, kan de batterij
binnenin de zadelpen worden geïnstalleerd met behulp van een Di2-batterijhoes (S209900014) of aan het schot worden vastgemaakt.
VOOR INSTALLATIE OP DE ZADELPEN (A)
•
Leid een kabel van 1000 mm vanaf de bovenkant van de framestang en uit het gat van de trapas aan aandrijfzijde.
•
Installeer de batterij en de hoes in de framestang. Breng de kabel met behulp van het Di2-connectorinstrument in de batterijconnector aan en installeer de zadelpen, zoals beschreven in
sectie 7 van deze handleiding.
VOOR INSTALLATIE OP HET SCHOT (B)
•
Met het schot van het frame verwijderd, schuift u de batterijplug door het gat van het schot en maakt u de batterij aan het schot vast met behulp van een kabelbinder. Sluit een kabel van
300 mm op de batterij aan en installeer vervolgens het schot in de onderbuis (sectie 5.9) met de kabel die uit het gat van de trapas aan aandrijfzijde komt.
Sluit de drie kabels aan op een junction B en breng de junction B en de kabels vervolgens in de onderbuis boven het trapashuis aan.
OPGELET: SWAT-tassen kunnen niet goed in de onderbuis passen wanneer een dropper zadelpen wordt gebruik en kunnen het frame beschadigen wanneer ze onder druk
op hun plaats worden aangebracht.
17